Hoofdtekst
De heer Hendrick Hooft met monsieur Hartogsvelt ende Van der Heijden tot Frankfort wesende gebeurde het dat Hartogsvelt eenige pruymen at, waervan de steenen op een afdackjen vielen, en een daervan bij ongeluck rolde op des schildtwachts wambays. Die vent aen 't vloecken dat het een schrick was. Van der Heyden. die de oudtste was, ging nae beneên om desen te stillen. R. 'Ey lantsman, was mangelt dir?' R. 'Pots slapperment, es ist eyner der hat mich auf dem puckel geh..t, ick wil mit ihm rauffen, er hat mich mit steinen geworffen.' R. 'Wo ist den der steyn?' R. 'Da ligt er ja, es ist eyn pflaumesteyn. Sih, sih, da guckt der kerl heraus ders gethan hat, mit den grauwen hutt, las ihn herunter kommen etc.' R.'Ey, es sind junge burss, ist es nicht besser das ihr mit eyn rechtschaffenen kerl ein mass wein saufst den dich drumb zu schlagen?' R. 'Nu, wens so muss seyn, von hertzen gern.' Doe nu de kan uyt was, vraegde meester Van der Heijden: 'Nun lantsman, seyt ihr zufrieden, oder wilst du noch eyn mahl dran?' R. 'Noch eyn mass, Herr, den der schimpff wahr gar gross.'
Beschrijving
in Frankfurt at meneer Hartogsvelt een paar pruimen, waar van de pitten per ongeluk op het wambuis van een schildwacht vielen. Deze begon daarop te vloeken. Van der Heyden ging naar beneden om hem te kalmeren. De schildwacht wilde dat Hartogsvelt, die de pitten gegooid had, naar beneden zou komen. Van der Heyden probeerde te voorkomen dat hij wilde gaan vechten, en stelde voor wat wijn te drinken. Toen de kan leeg was, vroeg Van der Heijden de man of hij nu tevreden was. Maar hij wilde nog een kan wijn, want de smaad die hem aangedaan was erg groot.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Hendrick Hooft   
Hartogsvelt   
Van der Heijden   
Naam Locatie in Tekst
Frankfurt   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20