Hoofdtekst
Meester Steven van der Werven, een sober latinist, pleyte legen Meester Cgdpiarg Bads. Onder anderen seyde hij in Latijn: Quod solverant queis debuerant.' Den ander, om hem confuys te maecken, seyde dat het quaedt Latijn was en dat hij 'quibus' moest geseyt hebben. Meester Steven, sich op sijne eygen wiecken niet vertrouwende, sweeg voor die tijdt stil, maer daegs daeraen wedergekoomen zijnde seyde: 'Wat hadt ghij gisteren te snappen van quaedt Latijn. Ick segge dat 'queis' goedt is, ick hebbe het in mijn grammatica naegesien, maer hadde ick geseydt dat ghij een quibus geweest, 't en hadde niet als te cierelijcker geweest.'
Beschrijving
Een latinist maakt tegenover een ander in het latijn een toespeling op een geldschuld. De ander ontwijkt de zinspeling door te beweren dat zijn latijn niet deugt: hij zou "quibus" moeten zeggen in plaats van "queis". De latinist zoekt het na en ziet dat hijzelf gelijk had. Hij meldt dit aan de andere man, en dat het ook niet netjes zou zijn geweest om aan hem te refereren als kwiebus.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Cgdpiarg Bads staat mogelijk voor Cornelis Boeij.
Naam Overig in Tekst
Steven van der Werven   
Cgdpiarg Bads   
Latijn   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20