Hoofdtekst
Sekere graef, die voor onbekent wilde gaen, wierdt evenwel op het huys te Raephorst princelijk getracteert. Hij stondt nae de maeltijdt wat op om de landen rondsom wat te gaan besien. Eenige gasten, die in de kamer bleven, praeten ondertusschen van hem. R. 'Hij mag sich vermommen soo hij wil, men siet al evenwel datter soo yets princelijx in steeckt.' Dit wierdt gehoort van Nega Mazogs, een jong maer waenwijs advocaetje. Sijn Exellentie quam weer binnen, men ging weer sitten maer elck vroeg om 't seerst: 'Wat stinckter soo?' Ons advocaetje, die sonder twijffel in het inkomen van de kamer daerop gelet hadde, sprong datelijck in de math seggende: 'Ik gelove dat Sijn Exellentie yets strontelijx aen sijn schoenen heeft.'
Beschrijving
Een graaf ging graag incognito en ging vermomd naar een maaltijd, waar hij prinselijk getrakteerd werd. Na het eten ging hij een eindje wandelen. De gasten spraken intussen van hem, en zeiden dat er ondanks zijn vermomming toch iets prinselijks aan hem was. Toen hij weer terug kwam, vroeg iedereen zich af wat er toch zo stonk. Een jong advocaatje zei toen, dat de graaf iets strontelijks aan zijn schoenen had.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Raephorst   
Raaphorst   
Nega Mazogs   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20