Hoofdtekst
Seker dorppaep nam de vrijmoedicheyt van een heerschap een dag of anderhalf van sijnent gelegen, soo somtijts voor 8 à 10 daegjes te koomen besoecken, en dat wat dickwils. Den domine eens van verre siende aenkoomen, wierdt hem dat eens te ruycken te geven geraeden, ofte andersins den domine wat schade te doen om hem op een ander tijdt van die visites af te schricken. Domine hadde een fraey letterhoudt stockjen met silverbeslag in sijn handt, daer het heerschap op loerde. R. 'Domine, ghij hebt daer een fraey en net stockjen om mede te gaen.' R. "k Doe niet, maer om mede te koomen.'
Beschrijving
Een pastoor was zo vrijmoedig om een heer om de zoveel tijd een paar dagen te komen bezoeken. Eigenlijk was de heer daar niet zo van gediend. Toen hij weer eens kwam, zei hij: "U hebt daar een fraai stokje om mee te gaan." Daarop zei de ander: "Nee, om mee te komen."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20