Hoofdtekst
Een student, die candidatus was, kreeg een argument van een professor voor, daer hij geen deurkoomen aen sag. R. 'Hoc non procedit in usufructu.' R. 'Quid igitur est ususfructus?' Weer in de mat zijnde, sey hij: 'Quasi dominus hoc nescirat.'
Beschrijving
Een student wist niet wat de juridische term usufructus [= vruchtgebruik] betekende. Toen hij vroeg wat het was, zei de professor: "Alsof de heer dat niet weet."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20