Hoofdtekst
Een paep disputeerde met een gereformeerde over de beelden. R. 'Wij bidden se niet aen, maer het is alleen om ons, door het aensien derselver, tot devotie te verwecken. Hoe kunt ghij lieden toch aendacht hebben met Christus aen te roepen, dien ghij niet en siet? Spreeckt men oyt een mensch aen dien men niet en siet?' R. 'Maer wat is daeraen gelegen, schoon ik hem niet sie, want met dat deel, daer ik hem mede aenroep sie ick oock niet, nochtans sie ick Christus met dat deel daer ik hem mede aenroep.'
Beschrijving
Een katholiek en een gereformeerde discusieerden over beeldenverering. De katholiek zei, dat zij daaraan deden omdat je niet kan bidden tot iemand die je niet kan zien. De gereformeerde antwoordde: "Wat maakt het uit of ik hem niet zie, want het deel waar ik hem mee aanroep zie ik ook niet, maar toch zie ik Christus met het deel waar ik hem mee aanroep."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Christus   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20