Hoofdtekst
De collonel Morgan in een frontier-stadt koomende ende sijn naem gevraegt zijnde, seyde: 'Schrijft Mórgan.' R. 'Wat duyvel, soude ick morgen schrijven, ick moet het nu weten: hoe uw naem?' R. 'Ey, kerel, schrijft slechts Mórgan.' Daerop, nae een uyrtjen gekrakeelt te hebben, reedt Morgan selfs nae de gouverneur en vertelde het.
Beschrijving
Kolonel Morgan kwam eens in een stad. Hij moest daar zijn naam opgeven, maar dat lukte niet: de man verstond steeds 'morgen'. Daarom moest de kolonel het zelf aan de gouverneur vertellen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Morgan   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20