Hoofdtekst
Daer quam een man bij Vespasianus voor Lucius yets versoecken, seggende dat het sijn broeder was etc. De keyser, de streeck merckende, ontboodt Lucius stillekens bij hem en vroeg hem hoeveel hij sijn patroon, soo hij het nae sijn wensch kreeg, belooft hadde. R. '1000 kroonen.' R. 'Geeft die aen mij en uw versoeck is u toegestaen. ' Des anderendaegs quam de patroon, hiervan onkundig, wederom. R. 'Soeckt ghij een andere broer, want die ghij seyt dat uw broeder was, is gisteren de mijne geworden.'
Beschrijving
Een man kwam bij Vespasianus omdat hij Lucius nodig had. Hij gaf zich uit voor zijn broer. Vespasianus wist echter dat het zijn patroon was. Vanaf toen werd Vespasianus de patroon van Lucius.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Vespasianus   
Lucius   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20