Hoofdtekst
Tot den heer Helt te gast zijnde, noode ick het gansche geselschap wederom. R. 'Fiat. Wanneer wilt ghij ons hebben?' R. Als het U lieden best sal gelegen koomen.' 'Dat is niemendal geseyt', seyde de griffier Jan Spronssen, 'wij willen een vasten dag hebben.' R. 'A la bon heure, toekoomende saterdag.' R. 'Fiat.' Sij quamen, men wachte tot half, tot heel twee, jae tot half dryen incluys. R. 'Wat duyvel is dat te seggen, sal hier geen tafel gedeckt worden?' R. 'Niet voor morgen, want dese saterdag is immers voor een vasten dag gestelt.'
Beschrijving
De heer Van Overbeke nodigde een gezelschap bij hem uit, op een nog nader te bepalen datum. Maar zijn gasten wilden een vaste dag hebben. Ze spraken toen af voor de volgende zaterdag. Toen het gezelschap er was, wachtte het lang op het eten. Uiteindelijk vroeg iemand of de tafel niet gedekt zou worden. Antwoord: "Niet voor morgen, want deze zaterdag is immers als vaste[n] dag bepaald."
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Helt   
Jan Spronssen   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20