Hoofdtekst
Iemant met een ander, die wat sticksiende was, in 't beginsel van de doytijt na de kerck gaende, sag een hont op 't ijs loopen. R. 'Siet daer, daer loopt er noch één op het ijs.' R. 'Y, gut, dat dat mijn soon was, ik sweer ick hem er met een arm souw afhalen.'
Beschrijving
Iemand zag een hond op het ijs lopen. Hij zei tegen een bijziende man dat er nog een op het ijs liep. Deze antwoordde, dat als dat zijn zoon was, hij hem er meteen af zou halen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20