Hoofdtekst
De baljouw Barlees sagh op straet op een schutting schrickelijke enorme messen geschildert. Hij bleef vlack stilstaen en seyde, nae een lange verwondering: 'De duyvel hael de jongen die sulcke dingen maeckt, men behoorde hem te geesselen, interest reip., want de meysjens beloven sich sulcke en als wij met het vierde part soo breet uytkomen, soo beelden wij ons in dat wij al vrij groote haenen sijn.'
Beschrijving
Een jongen heeft enorme penissen op een schutting geschilderd. De baljuw meent dat de dader gegeseld zou moeten worden. De meisjes zouden namelijk gemakkelijk kunnen gaan denken dat penissen echt zo groot zijn, en als de mannen dan aankomen met iets dat veel kleiner is, zullen ze teleurgesteld zijn, terwijl de mannen dan al heel trots zijn over hun omvang.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Barlees   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20