Hoofdtekst
'Het is onmogelijck, buyrman, langer met mijn wijf huys te houden soo als sij aen gaet.' R. 'Ick souw haer dat wel verleeren.' R. 'Sij is te duyvels wel gewapent.' R. 'Ick soude mij meester maken van haer geweer.' R. 'Gij kunt niet, sij draegt het in haer mondt.' R. 'Dan soud' ick haer op de schee kloppen.'
Beschrijving
Twee mannen bespraken hoe een van hen zijn vrouw onder de plak moest houden. Volgens de man droeg zijn vrouw haar wapen in haar mond [haar tong]. De ander zei toen, dat hij haar dan op de schede moest kloppen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20