Hoofdtekst
Heer Rudolphus preeckte tot Leyden om sijn toehoorders tot bekeering en boete te verwecken, van den jongsten dag en seyde: 'Hoe bekaeyt sal ick daer staen kijcken als Ons Heer mij roepen sal en vraegen: "Heer Rudolph, waer sijn uwe schaepen?" Wat kan ick anders antwoorden als: "Heer, gij hebt mij bocken gegeven en bocken lever ick u wederom."
Beschrijving
Rudolphus preekt in Leiden. Hij spreekt over de jongste dag, de dag dat Jezus terug zal keren op aarde, om zijn toehoorders tot bekering te bewegen. Om dat te kunnen bewerkstelligen zegt hij dat hij, als God hem zal vragen waar zijn schapen zijn, zal moeten antwoorden: 'Heer, gij hebt mij bokken gegeven, en bokken lever ik u weer.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
In Mattheüs 25: 32-33 spreekt Jezus over de jongste dag: 32 En voor Hem zullen al de volken vergaderd worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, gelijk de herder de schapen van de bokken scheidt. 33 En Hij zal de schapen tot Zijn rechter hand zetten, maar de bokken tot Zijn linker hand. [ ]
Naam Overig in Tekst
Rudolphus (Rudolph)   
God   
Naam Locatie in Tekst
Leiden   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20