Hoofdtekst
Seker cardinael hielt sich heel sieckelijck en ging altoos met gebuckten hoofde, maer hij was soo ras niet paus geworden, of hij was fris en stack sijn hals uyt dat het een lust was. Het wiert hem eens met een schempschoot geseyt. R. 'Het is geen wonder, tevooren socht ick na de sleutels, nu ick se gevonden hebbe, mag ick wel na den hemel sien.'
Beschrijving
Een zekere kardinaal hield zich altijd zwak en liep immer met gebogen hoofd. Op het moment dat hij paus werd, veranderde hij volledig. Hij oogde fris en hield zijn hoofd fier omhoog. Hij werd er eens wat spottend op gewezen, waarop hij antwoordde dat hij voorheen zocht naar de sleutels, maar nu hij ze gevonden had, kon hij naar de hemel kijken.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20