OVER0886

Als schipper Jan Swart aen juffrou Parre vroeg, soo als sij haer ging ontlasten: 'Gaet ghij eens sweeten?' R. 'Wat is dat te seggen?' R. 'Verstaet ghij dat niet? Soo vragen de juffertjes als sij willen seggen, gaet ghij eens kacken? Ick heb oock wel 3 maenden met dat volck omgegaen eer ik wist wat het te beduyden was; maer eer ick vertrock hoorde ick het noch eens en siende dat de juffrouw na achteren toe ging volgde ick soetjes en sagh dat se na het secreet ging en soo quam ick er aghter.' R. 'En ick souw er niet achter willen komen.'

Schipper Jan Zwart vraagt aan juffrouw Parre, als zij naar het toilet gaat, of zij gaat zweten. De vrouw weet niet wat het betekent en Zwart legt uit dat 'de juffertjes' (de sociaal hoger geplaatsten) die vraag gebruiken als zij eigenlijk willen weten of iemand moet 'kacken' (kakken). Het heeft drie maanden geduurd voordat hem duidelijk werd wat die vraag nou eigenlijk betekende. Toen hij die vraag eens hoorde, is hij de juffrouw gevolgd, zag dat ze naar het toilet ging en zo kwam hij erachter. Het antwoord van juffrouw Parre is, dat zij er niet achter zou willen komen. (Zij zou het dus niet zo nodig hoeven te weten. Waarschijnlijk geldt hier ook een letterlijk 'ergens achter komen': achter de vrouw die haar behoefte zit te doen, in dit geval.)

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Derde kwart zeventiende eeuw

Jan Swart (Zwart)    Jan Swart (Zwart)   

juffrouw Parre    juffrouw Parre   

2013-03-01 14:46:20