Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

OVER0843

Een mop (boek), derde kwart 17e eeuw

Hoofdtekst

Een gaeuwdief, die verscheyde reysen de thuyn van een edelman berooft hadde van schoone poires bon chrestiennes, die er tamelijck wel tierden ende van den edelmans speculatie waeren, wierdt eyndelijck van den heer, die er lang tevergeefs op gepast hadde, op de daed betrapt. Op oneyndelijcke submissiën wierd hem het leven geschonken. De heer, vresende dal hij het stelen niet soude konnen laden, seyde: 'Ghij sijt de weg van mijn thuyn en de smaeck van mijn peeren gewent, wat sal ick u liever geven dat gij mijn thuyn ongemoeyt laet?' R. 'Och mijnheer, ick heb genoeg dat ghij mij het leven geschoncken hebt.' R. 'Dat is niemendal, wilt ghij accordeeren, ick sal u 150 peeren 's jaers geven.' R. 'Omdat mijn heer soo braeven heer is, sal ick het gaerne doen, maer anders, bij mijn ziel, ghij biedt mij verlies.'

Beschrijving

Een uitgekookte dief steelt met grote regelmaat smakelijke peren uit de tuin van een edelman. Eindelijk kan de edelman de dief betrappen, maar deze krijgt het voor elkaar dat hij wordt vrijgelaten. De edelman is bang dat de dief weer zijn tuin zal bezoeken en vraagt hem daarom wat hij de perendief kan geven, zodat die in het vervolg zijn peren ongemoeid laat. De dief weigert aanvankelijk dit aanbod, maar de heer dringt aan. Als de man ermee in kan stemmen, zal de edelman hem vanaf nu 150 peren per jaar schenken. Nou vooruit, omdat de edelman zo'n goede man is, zal de dief er dan maar mee instemmen, maar het aanbod leidt voor de dief wel tot verlies.

Bron

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Commentaar

Derde kwart zeventiende eeuw

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20