OVER0929

Seeckere bode van Augsburg komende, wiert van een neuswijse en niet min nieuwsgierige borger gevraegt of er niet nieuws was. R. 'Sonderling niet als dat er een om gepleegde valscheden levendig was verbrant.' R. 'Wat hadde hij doch gedaen?' R. 'Hij hadde een practijck om het sneuw achter een heete kacchel droog te maecken en daerna verkogt hij het voor sout.'

Een bode uit Augsburg wordt ondervraagd door een betweterige en nieuwsgierige burger die wil weten of er nog nieuws is. De bode antwoordt dat er weinig vermeldenswaardigs is gebeurd, afgezien dan misschien dat er iemand op de brandstapel is gegaan vanwege fauduleuze praktijken. Het blijkt dat hij sneeuw achter de kachel droogde en het restant als zout verkocht. (Zie opmerkingen.)

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.

Derde kwart zeventiende eeuw

De bode houdt de nieuwsgierige burger voor de gek met zijn mededeling: tenslotte weet iedereen dat het restant van sneeuw geen zout is.

Augsburg    Augsburg   

2013-03-01 14:46:20