Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

COHEN022 - Emma van Haarlem

Een sage (boek), 1918

Hoofdtekst

Emma van Haarlem

Op het slot van Haarlem woonde een slecht en wreed ridder, die door
het volk werd gehaat, en door zijn vrouw bemind. Want elke vrouw
is de draagster der liefde, ze heeft al lief om der liefde wil, ja,
dikwijls vraagt zij niet, wien ze nu eigenlijk liefheeft. Zij zelve
heeft zachte handen en haar oogen schreien gemakkelijk; doch haar
vingers spelen gaarne met den forschen nek, en, een vroolijk kind
gelijk, woelt ze dartel in den ruigen baard.

Emma van Haarlem wist wel, dat men haar man verafschuwde, en ook wist
zij, dat het met reden was. Het volk moest het onduldbare dulden,
en hij ging het vertredend en vertrappend voorbij. Hij meende, dat
zijn macht eeuwig zou duren, zoo hij angst uitwierp. Hij roofde en
moordde en brandde. Ja, hij was als een beest zoo wreed in het dooden,
doch als een mensch deed hij doelloos lijden.

Het volk morde. De mannen hielden hun oogen ternedergeslagen, zoo ze
den ridder ontmoetten, maar geen der arme schobbejakken vergat het
hoofd te ontblooten, ten teeken, dat ze hun haren kort droegen. Hij
zag langs hun gebogen ruggen, en de teugels van zijn paard greep hij
vaster. Wee hem! den tyran.

Het mokken en mopperen smeulde voort, zonder dat de burchtheer 't
bemerkte. Hij bleef een genadeloos man en eindelijk begreep men,
dat niemand voor hem veilig was. Men liep te wapen, toen hij op zijn
kasteel toefde. Het arme volk belegerde den trotschen burcht en geen
hulp was er voor den slechten ridder, die angstig werd om de macht van
het gepeupel. Doch zijn vrouw, Emma van Haarlem, glimlachte en zeide:

"Ik zal uw leven redden."

Had hij er ooit op gerekend, dat men zijn slot zou omsingelen? Waarom
had hij niet voor leeftocht gezorgd? Wat gaf het hem, dat hij en
zijn garnizoen uitvallen deden, waarbij velen der kerels gedood
werden? De moed zelve is te breken, echter niet de vrees, die den
moed verwekt. Uit vrees, dat de ridder weder zou rooven en moorden,
bleven de belegeraars tezamen, en ze trotseerden 't heden, om zich
voor de toekomst te vrijwaren. Geen, die het beter begreep, dan de
burchtvrouw: zij stelde tegenover de angst des volks haar liefde,
en ze berustte onversaagd. Ja, wellicht was ze blijde; dat haar heer
niet heen kon gaan, en dat hij altijd bij haar was.

Zoo er ook van het volk tientallen sneuvelden, het volhardde om gracht
en muur. De honger werd zijn bondgenoot, vernielender dan de steenen
uit een katapult. Van de gewelven braken de steenen los, en 't hout
der brug vermolmde. De wachter op den toren kon zijn instrument niet
ver doen klinken, en spatten roest kringelden er op de zwaarden.

"We zullen ons moeten overgeven," zeide de ridder. "We kunnen ons
tegen den honger niet verweren."

Emma zag hem aan, en vroeg:

"Laat mij met het volk spreken!"

De oude kronieken zeggen niet, waarom hij zijn toestemming gaf.
In den nevel der sage is haar liefelijk wezen verborgen. Zij ging tot
het volk, en men raakte haar niet aan. Heilig moet haar glimlach zij n
geweest, omdat men naar haar luisterde. Ja, men moet haar hebben bemind
en aanbeden, en zij kon weten, dat men haar wensch wilde vervullen.

Was er een man, die aan 't hoofd der troepen stond? Of heeft zij
tot den wilden troep zelve gesproken, welke slechts één doel had:
den wreedaard te vernietigen?

"Wat wilt gij?" vroeg men haar. Zij antwoordde:

"Laat mij en mijn vrouwen uit het kasteel trekken."

Ze sprak geen woord over den ridder, dien men wilde treffen, en men was
gerust. Het volk verzette zich niet tegen de vrouwen; Emma van Haarlem
en haar dienaressen mochten het kasteel vrijelijk verlaten. Voor den
wreeden man zou dan geen genade gelden.

"Maar--" aldus smeekte ze--"moet ik dan arm en berooid door 't land
trekken? Zal mij niets van mijn rijkdom overblijven?"

"Wij strijden niet tegen uw schatten," antwoordde men. "Wat wilt
gij medenerven?"

"Laat mij het kostbaarste, dat ik heb, mededragen,"

"Het is u toegestaan."

Nog aarzelde ze, en men vroeg haar, wat ze meer verlangde.

"Zweer het, dat ge mij vrij zult laten gaan, als ik mijn kostbaarste
bezit in mijn armen draag. Zweer, dat ge mij noch mijn schat zult
vernietigen."

Men zwoer het gaarne, want men wilde haar toonen, dat 's volks toorn
naar vrijheid streefde, niet naar doelloozen dood of doelloozen
rijkdom.

Zij ging naar het slot terug, en zeide tot den burchtheer:

"We zijn gered."

Ze droeg den wreeden ridder van Haarlem in haar armen, want hij was
haar kostbaarst bezit. En met moeizame schreden wankelde zij, gebogen
door haar last, langs de rijen van het zwijgende volk, dat zijn eed
getrouw bleef. Misschien, dat enkelen hun handen tot vuisten balden,
denkend aan de slechte daden, die niet door den dood werden verzoend.

Toen zij eindelijk den laatsten man had bereikt, liet zij haar schat
los, en zij tweeën, de ridder en zijn vrouw, zagen achter zich. Een
wolkje rook, als een nevel, hing reeds boven het kasteel, en plots
schoot een spitse vlam uit den toren.

Onderwerp

AT 0875 - The Clever Peasant Girl    AT 0875 - The Clever Peasant Girl   

ATU 0875 - The Clever Farmgirl    ATU 0875 - The Clever Farmgirl   

Beschrijving

Emma van Haarlem is getrouwd met een wrede heer. Op een dag komt het volk tegen hem in opstand en belegert zijn kasteel. Zijn vrouw stelt hem voor dat zij met het volk gaat spreken. Zij vraagt het volk om twee gunsten: ten eerste dat zij en haar vrouwen het kasteel ongeschonden kunnen verlaten, ten tweede dat zij haar kostbaarste bezit mag meenemen. Het volk dat zijn goede wil wil tonen, en geen weerzin kent jegens Emma stemt toe. Emma laat hen zweren zich aan hun belofte te houden. Vervolgens droeg zij haar wrede ridder in haar armen het kasteel uit, want hij was haar kostbaarste bezit. Het volk liet hen gaan, maar verwoestte hun kasteel.

Bron

Cohen, Josef. Nederlandsche Sagen en Legenden. Zutphen, 1918. p.122

Motief

J1545.4 - The exiled wife’s dearest possession.    J1545.4 - The exiled wife’s dearest possession.   

Commentaar

1918
EMMA VAN HAARLEM (blz. 122-125). Vele steden (die Weiber von Weinsberg) bestrijden elkaar deze sage.
Opmerkingen overgenomen uit: Cohen, Josef. Nederlandsche Sagen en Legenden. Zutphen, 1918.
Motief: J1545.4. The exiled wife's dearest possession .
The Clever Peasant Girl

Naam Overig in Tekst

Emma van Haarlem    Emma van Haarlem   

Naam Locatie in Tekst

Haarlem    Haarlem   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20