Hoofdtekst
De houtsaegers souden een bordt in de kercke geven en kosen tot haer patroon de 3 coningen, die sij oock fijntjes in het bovenstenste lieten uythouwen. R. 'Wel mannen, wat is dit te seggen, hoe kan dat gaen, had gij Jospeh of diergelijcke genomen etc.. Maer wat gemeenschap heeft u gild doch met de 3 coningen?' Nae lange verlegentheyt, stilswijgende, sprong er endelijck een gaeuwert in de mat seggende: 'Wel, sij saegen de sterre en wij sagen het hout.'
Beschrijving
Het gilde van de houtzagers is gevraagd een bord aan de kerk te schenken. Zij laten als hun schutspatroon de drie koningen afbeelden. Ze krijgen de vraag waarom ze voor de drie koningen hebben gekozen, daar heeft hun gilde toch helemaal geen band mee vanuit hun werk? Het blijft een tijdje stil, maar dan is er uiteindelijk een slimmerik die zegt: 'Wel, zij zagen de ster en wij zagen het hout.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Bord: kan zowel een bewerkt (houten) paneel zijn als een schilderij. Gezien het woord 'uythouwen' in de tekst, lijkt het woord in dit geval te wijzen op een soort beeldhouwwerk.
Naam Locatie in Tekst
Joseph   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20