Hoofdtekst
Exempel. Het was een wijf in dat bisdom van utrecht, die ghinc staen in een becken met watere, ende sij spranc achterwert ten rugghe wert ute. Ende si seide: „Nu sprinc ic uter macht gods. ende springe inder macht des duvels". Ende die duvel was daer gereet, ende voerdese wech met ziele ende met live, datse noyt mensche en sach noch en wiste waer si voer. Ende daer omme en selen wij van onsen lieven vader niet sceiden, die ons soe vaderlike ghescapen ende ghemaect heeft.
Beschrijving
Een vrouw in het bisdom van Utrecht staat in een bekken met water en wil zich losmaken uit de macht Gods. Ze geeft zich over aan de duivel die meteen haar ziel en leven komt halen.
Hieruit komt naar voren dat men zich niet van God hoort te scheiden, aangezien Hij ons zo vaderlijk geschapen heeft.
Hieruit komt naar voren dat men zich niet van God hoort te scheiden, aangezien Hij ons zo vaderlijk geschapen heeft.
Bron
De Vooys, C.G.N., Middelnederlandse stichtelijke exempelen, Zwolle 1953, pagina 27-28
Naam Locatie in Tekst
Utrecht   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20