Hoofdtekst
Men leest een exempel dat eyn geestlick vader saet aen een taffel daer voel broders aeten, den alrehant spise wort voer-gesat, ende sach ynden geest dat oerre endels hoenich aeten, oerre een deel eten alleen broet, ende oerre endeels aeten vulen myest. Ende oen waert van gode gheapenbaert dat die ghoen die hoenich aeten, dat weren die myt danckberheit ende gebede ende myt der vruchten godes die spise nemen. Mer die daer alleen broet eten, die waeren slechs te vreden doet nyet better werden en mochte, mer sie haddent wal anders genoemen. Dan die daer vulen myest aeten, dat waeren die ghoen die in oen selven murmurierden, ende dachten myt onverduldicheit: die spise is queliken bereyt ende die dranck is toe snoede.
Beschrijving
Een geestelijke vader zat aan een tafel waar veel broeders aten van allerhande spijzen. De ene helft at alleen honing, de andere brood en de derde groep vastte. Degene die honing aten waren dankbaar. Degene die alleen brood eten zijn slechts tevreden, omdat er niets anders lekkers is naar hun zin. De derde groep waren de goede die in zichzelf gekeerd waren en dachten dat de spijzen door het kwaad waren bereid.
Bron
De Vooys, C.G.N., Middelnederlandse stichtelijke exempelen, Zwolle, 1953. Tweede afdeling. Exempelen uit de spegel der susteren. Pagina 11
Commentaar
15de eeuw
Naam Overig in Tekst
God   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20