Hoofdtekst
Wat ik zelf eens heb meegemaakt, is ook eigenaardig en geloof je misschien niet.
Ik liep met mijn broer - we waren kinderen - op een zandweg door ’t veld.
Daar zien we een fiets naderen, tenminste het carbid-lantaarn-licht. Als het licht ons is genaderd op een afstand van zo’n vijftig meter, gaan we op zij om de fietser ruimte te geven. En dan ineens is het licht weg. We zien noch horen iets meer. We lopen dan weer door, kijken nog schuw naar alle kanten en zetten ’t op een lopen.
Ik liep met mijn broer - we waren kinderen - op een zandweg door ’t veld.
Daar zien we een fiets naderen, tenminste het carbid-lantaarn-licht. Als het licht ons is genaderd op een afstand van zo’n vijftig meter, gaan we op zij om de fietser ruimte te geven. En dan ineens is het licht weg. We zien noch horen iets meer. We lopen dan weer door, kijken nog schuw naar alle kanten en zetten ’t op een lopen.
Onderwerp
SINSAG 0487 - Vorbedeutung anderer Ereignisse.   
Beschrijving
Verteller en broer zien in het veld het licht van een fiets dichterbij komen. Bij nadering gaan ze opzij en is het licht verdwenen.
Bron
Collectie Wever, verslag 26, verhaal 4 (Archief Meertens Instituut)
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21