Hoofdtekst
Uit roerige, balorige opstandigheid zaten acht van de twaalf Anansikinderen boven op de tafel, sloegen een samba-beat met hun lepels op hun borden en zongen daarbij:
'Wij willen niet rijst met niks,
wij willen bak-baaana, bak-baaaana,
wij willen gebakken banaa-nen!'
'Op je spinnebillen jullie!' schreeuwde Ma Akoeba ze weer op hun stoelen. 'Wie nog één kop opendoet, krijgt een lik met de lege lepel!' En ze zwaaide vervaarlijk met die grote houten pagaai, waarmee ze haar rijstpot roerde.
Al gauw was de pot helemaal leeggekrabd en er was geen rijstkorrel meer te vinden op tafel. Behalve op dat ene soepbord in het midden, dat stond te wachten op Pa Anansi. Wel vierentwintig spinneoogjes keken naar dat bolletje rijst en Ma Akoeba voelde aan haar eigen maag, wat voor gedachten er achter al die oogjes begonnen te groeien. 'Met al je achtentachtig spinnepoten blijf je ...' begon ze, en zette snel een deksel op het bord, toen bam-bam-bam de stappen van Anansi klonken bij de voordeur.
Die middag kwam Anansi moe en stoffig langs een heuvelpad omhoog gesjokt, toen er een stem klonk uit het struikgewas: 'Help-Help! Mijn vracht zakt van mijn rug, dat touw is uit mijn hand geschoten ...'
En om de bocht zat Ba Sekrepatoe, half bedolven onder de meest enorme bos bananen, die iemand in zijn leven heeft gezien.
'Wacht maar, vriend Schildpad,' zei B'Anansi. 'Hier, neem je touw en laat me jou eens even helpen. Oeff-fff-fff ...'
Met knikkende benen hees hij de stam weer midden op de schildpadrug. 'Wat een fantastische bananentros ...! Die kan de eerste prijs winnen op een tentoonstelling van landbouw-topprodukten! Maar goed dat jij zo'n ijzersterke rug hebt, Sekrepatoe oeff ... En zulke ijzersterke poten. Daar zullen ze van opkijken, als je straks op de markt komt.'
Zo babbelde Anansi vrolijk verder tegen Sekrepatoe, die moeizaam in beweging kwam en verder waggelde onder zijn reusachtige bananenvracht.
'Laat me je vreselijke last voor je verlichten, vriend. Iki draag een stukje mee, hier op mijn schouder.' En vlug sneed hij een grote kam bananen af en liet die in zijn meelzakschoudertas glijden. 'Voel je het al Sekrepatoe, dat het een beetje lichter voor je is?'
'Dank je Anansi,' hijgde de Schildpad. 'Heel fijn van je om me zo te helpen. Nog eventjes de heuvel op, daar bij de dwarsweg staat mijn pick up-wagen. Pas op ...'
'Geen nood, ik heb hem in bedwang, vriend Patoe. Kom, laat me nog wat meer gewicht hier op mijn schouder nemen. Gaat het zo beter?'
En weer sneed hij een flinke kam van de bananentros en liet die snel verdwijnen in zijn meelzak.
Na veel gehijg, geduw en getrek en kreten van Anansi: 'Hop hop hop! Goed zo ... Houd de moed er in!' lag heel de vruchtenberg tenslotte boven op de helling, naast Schildpads vrachtauto.
'Kom, met vereende krachten zal het gaan, B'Anansi. Één-twee ...' En eindelijk, na drie-vier pogingen, hijgend en wankelend als twee gewichtheffers, kregen ze die weerbarsige bananenmassa in de laadbak.
'Dat doet een hele draagmierenkolonie ons niet na, Ba Sekrepatoe!' hijgde Anansi triomfantelijk, en Schildpad keek trots naar zijn oogst. 'Heb je een mes, Anansi?' vroeg hij plotseling.
'Wat, hoe? Een mes?' Anansi schrok: hij dacht dat Sekrepatoe zag, dat links en rechts er wat mankeerde uit die tros.
'Als jij een mes hebt beste vriend, dan kun jij al je kindertjes vandaag trakteren op bananen. Want ik ben heel erg dankbaar dat je mij zo goed geholpen hebt.'
Zo zat B'Anansi even later langs de weg; terwijl het gebrom van Schildpads autootje verwaaide in de verte, telde hij zijn bananenwinst. Een grote kam, een nog wat groteren, en een geweldig grote, die Schildpad eigenhandig met Anansi's mes voor hem had afgesneden; totale som van éénenzeventig bananen. Omdat hij dat te veel vond om allemaal zijn zijn kinderen te geven, besloot hij dat het beter was om al zijn kinderen wat minder te geven, en zo begon hij maar vast op te eten wat te veel zou zijn. En toen hij dat gegeten had, bedacht hij, dat al die kinderen elk hetzelfde aantal moesten krijgen zodat hij minstens door moest eten tot de rest door twaalf gedeeld kon worden, want hij had immers twaalf kinderen?
Dus at hij door tot hij nog zesendertig had, en toen schoot hem te binnen dat Ma Akoeba ook iets hebben moest en waarom niet Anansi zelf een paar? Dus moest het aantal deelbaar zijn door vijftien - snap je dat? - en hij at er nog ... zes. Enm toen hij zo was volgevreten deed hij een vredig dutje in een struik.
Na uren werd Anansi wakker, de zon ging onder en de muskieten kwamen op. Hij ging op weg naar huis met op zijn rug die bolle zak bananen. Maar ja - de zak was zwaar, zijn voeten werden hevig moe en hij begon steeds langzamer te lopen ...
'Zo schiet ik niet op, straks kom ik nog te laat,' bedacht Anansi. 'Dan hebben alle kinderen al gegeten en dan breng ik die bananen mee voor niks. Hoe kan ik deze tas wat lichter maken? Het best is, er maar een beetje van op te eten.'
En nu ben ik benieuwd, nu hij bam-bam-bam vóór de voordeur staat, wat er te voorschijn komt uit die meelzakschoudertas van hem ...
'Papa, P'Anansi is daar!' Gefluister, gegil en gekriebel van veel-veel spinnevingertjes en spinnepootjes.
'Papa, wat heb je voor ons meegebracht?'
Want aan die blije grijns van Pa Anansi zien die hongerbuikjes al, dat er iets heel bijzonders in de zak moet zitten, die hij op tafel kwakt.
'M'Akoeba kom!' roept hij. 'Voor allemaal een lekkere bakbana. Maak gauw je bakpan klaar, hier hier heb ik me de hele dag al op verheugd. Ja ja, papa zorgt goed voor jullie ...' Terwijl de kinderen hardop meetellen: 'Eén, twee, drie ...' haalt hij tevoorschijn: '-vier, vijf, zes ...' en legt op tafel: '-zeven, acht, negen ...' en diep-diep onderuit de zak: 'tien, elf, twaalf ...' De spanning stijgt, de zak wordt uitgeschud: 'en --- dertien.'
'Dertien? Kaba, 't is op! M'Akoeba, kinderen - maak dat eens lekker klaar!' En even later zit de hele spinnefamilie om de tafel, waarop een prachtige geurende schaal staat. Dertien bananen, plat doorgesneden in twee helften, heerlijk goudbruin gebakken in een zoete olie.
B'Anansi geeft elk kind zo'n prachtstuk op zijn bord; M'Akoeba brengt Anansi rijst die ze gebakken heeft in de rest van olie met bananengeur.
'Omdat ik zoveel van je hou,' zegt Anansi, 'krijg jij de helft van mijn portie, Ma Akoeba!' Hij geeft haar anderhalf stuk, en iedereen slikt al zijn spinnevingers bijna in van smulgenot. Dan gaan die spinnevingertjes weer tellen;
'Een, twee, drie ...' en dat komt prachtig uit: precies twaalf stukken nog, voor elk kind één.
Anansi zegt: 'M'Akoeba, deze bananen zijn voor de kinderen. Maar omdat ik zoveel van je hou, krijg je de helft van hier mijn rijst.' Hij geeft alle kinderen nog een verrukkelijk stuk banaan.
'Dank je papa, dank je mama!' roepen ze blij en slaan alweer aan het smullen. Ze hebben nog geen hap genomen of Anansi vraagt: 'En wie houdt er van mij?'
'Ik, -ik, papa!' gillen ze allemaal door elkaar en om dat te bewijzen zegt er één: 'Je krijgt de helft van mijn banaan.'
'En ook van mij! Van mij, -van mij!' Zo wil de een niet voor de ander onder doen en iedereen legt gauw een stuk op Anansi's bord.
Wie kan me nu vertellen hoeveel bananen Ba Anansi heeft gegeten?
'Wij willen niet rijst met niks,
wij willen bak-baaana, bak-baaaana,
wij willen gebakken banaa-nen!'
'Op je spinnebillen jullie!' schreeuwde Ma Akoeba ze weer op hun stoelen. 'Wie nog één kop opendoet, krijgt een lik met de lege lepel!' En ze zwaaide vervaarlijk met die grote houten pagaai, waarmee ze haar rijstpot roerde.
Al gauw was de pot helemaal leeggekrabd en er was geen rijstkorrel meer te vinden op tafel. Behalve op dat ene soepbord in het midden, dat stond te wachten op Pa Anansi. Wel vierentwintig spinneoogjes keken naar dat bolletje rijst en Ma Akoeba voelde aan haar eigen maag, wat voor gedachten er achter al die oogjes begonnen te groeien. 'Met al je achtentachtig spinnepoten blijf je ...' begon ze, en zette snel een deksel op het bord, toen bam-bam-bam de stappen van Anansi klonken bij de voordeur.
Die middag kwam Anansi moe en stoffig langs een heuvelpad omhoog gesjokt, toen er een stem klonk uit het struikgewas: 'Help-Help! Mijn vracht zakt van mijn rug, dat touw is uit mijn hand geschoten ...'
En om de bocht zat Ba Sekrepatoe, half bedolven onder de meest enorme bos bananen, die iemand in zijn leven heeft gezien.
'Wacht maar, vriend Schildpad,' zei B'Anansi. 'Hier, neem je touw en laat me jou eens even helpen. Oeff-fff-fff ...'
Met knikkende benen hees hij de stam weer midden op de schildpadrug. 'Wat een fantastische bananentros ...! Die kan de eerste prijs winnen op een tentoonstelling van landbouw-topprodukten! Maar goed dat jij zo'n ijzersterke rug hebt, Sekrepatoe oeff ... En zulke ijzersterke poten. Daar zullen ze van opkijken, als je straks op de markt komt.'
Zo babbelde Anansi vrolijk verder tegen Sekrepatoe, die moeizaam in beweging kwam en verder waggelde onder zijn reusachtige bananenvracht.
'Laat me je vreselijke last voor je verlichten, vriend. Iki draag een stukje mee, hier op mijn schouder.' En vlug sneed hij een grote kam bananen af en liet die in zijn meelzakschoudertas glijden. 'Voel je het al Sekrepatoe, dat het een beetje lichter voor je is?'
'Dank je Anansi,' hijgde de Schildpad. 'Heel fijn van je om me zo te helpen. Nog eventjes de heuvel op, daar bij de dwarsweg staat mijn pick up-wagen. Pas op ...'
'Geen nood, ik heb hem in bedwang, vriend Patoe. Kom, laat me nog wat meer gewicht hier op mijn schouder nemen. Gaat het zo beter?'
En weer sneed hij een flinke kam van de bananentros en liet die snel verdwijnen in zijn meelzak.
Na veel gehijg, geduw en getrek en kreten van Anansi: 'Hop hop hop! Goed zo ... Houd de moed er in!' lag heel de vruchtenberg tenslotte boven op de helling, naast Schildpads vrachtauto.
'Kom, met vereende krachten zal het gaan, B'Anansi. Één-twee ...' En eindelijk, na drie-vier pogingen, hijgend en wankelend als twee gewichtheffers, kregen ze die weerbarsige bananenmassa in de laadbak.
'Dat doet een hele draagmierenkolonie ons niet na, Ba Sekrepatoe!' hijgde Anansi triomfantelijk, en Schildpad keek trots naar zijn oogst. 'Heb je een mes, Anansi?' vroeg hij plotseling.
'Wat, hoe? Een mes?' Anansi schrok: hij dacht dat Sekrepatoe zag, dat links en rechts er wat mankeerde uit die tros.
'Als jij een mes hebt beste vriend, dan kun jij al je kindertjes vandaag trakteren op bananen. Want ik ben heel erg dankbaar dat je mij zo goed geholpen hebt.'
Zo zat B'Anansi even later langs de weg; terwijl het gebrom van Schildpads autootje verwaaide in de verte, telde hij zijn bananenwinst. Een grote kam, een nog wat groteren, en een geweldig grote, die Schildpad eigenhandig met Anansi's mes voor hem had afgesneden; totale som van éénenzeventig bananen. Omdat hij dat te veel vond om allemaal zijn zijn kinderen te geven, besloot hij dat het beter was om al zijn kinderen wat minder te geven, en zo begon hij maar vast op te eten wat te veel zou zijn. En toen hij dat gegeten had, bedacht hij, dat al die kinderen elk hetzelfde aantal moesten krijgen zodat hij minstens door moest eten tot de rest door twaalf gedeeld kon worden, want hij had immers twaalf kinderen?
Dus at hij door tot hij nog zesendertig had, en toen schoot hem te binnen dat Ma Akoeba ook iets hebben moest en waarom niet Anansi zelf een paar? Dus moest het aantal deelbaar zijn door vijftien - snap je dat? - en hij at er nog ... zes. Enm toen hij zo was volgevreten deed hij een vredig dutje in een struik.
Na uren werd Anansi wakker, de zon ging onder en de muskieten kwamen op. Hij ging op weg naar huis met op zijn rug die bolle zak bananen. Maar ja - de zak was zwaar, zijn voeten werden hevig moe en hij begon steeds langzamer te lopen ...
'Zo schiet ik niet op, straks kom ik nog te laat,' bedacht Anansi. 'Dan hebben alle kinderen al gegeten en dan breng ik die bananen mee voor niks. Hoe kan ik deze tas wat lichter maken? Het best is, er maar een beetje van op te eten.'
En nu ben ik benieuwd, nu hij bam-bam-bam vóór de voordeur staat, wat er te voorschijn komt uit die meelzakschoudertas van hem ...
'Papa, P'Anansi is daar!' Gefluister, gegil en gekriebel van veel-veel spinnevingertjes en spinnepootjes.
'Papa, wat heb je voor ons meegebracht?'
Want aan die blije grijns van Pa Anansi zien die hongerbuikjes al, dat er iets heel bijzonders in de zak moet zitten, die hij op tafel kwakt.
'M'Akoeba kom!' roept hij. 'Voor allemaal een lekkere bakbana. Maak gauw je bakpan klaar, hier hier heb ik me de hele dag al op verheugd. Ja ja, papa zorgt goed voor jullie ...' Terwijl de kinderen hardop meetellen: 'Eén, twee, drie ...' haalt hij tevoorschijn: '-vier, vijf, zes ...' en legt op tafel: '-zeven, acht, negen ...' en diep-diep onderuit de zak: 'tien, elf, twaalf ...' De spanning stijgt, de zak wordt uitgeschud: 'en --- dertien.'
'Dertien? Kaba, 't is op! M'Akoeba, kinderen - maak dat eens lekker klaar!' En even later zit de hele spinnefamilie om de tafel, waarop een prachtige geurende schaal staat. Dertien bananen, plat doorgesneden in twee helften, heerlijk goudbruin gebakken in een zoete olie.
B'Anansi geeft elk kind zo'n prachtstuk op zijn bord; M'Akoeba brengt Anansi rijst die ze gebakken heeft in de rest van olie met bananengeur.
'Omdat ik zoveel van je hou,' zegt Anansi, 'krijg jij de helft van mijn portie, Ma Akoeba!' Hij geeft haar anderhalf stuk, en iedereen slikt al zijn spinnevingers bijna in van smulgenot. Dan gaan die spinnevingertjes weer tellen;
'Een, twee, drie ...' en dat komt prachtig uit: precies twaalf stukken nog, voor elk kind één.
Anansi zegt: 'M'Akoeba, deze bananen zijn voor de kinderen. Maar omdat ik zoveel van je hou, krijg je de helft van hier mijn rijst.' Hij geeft alle kinderen nog een verrukkelijk stuk banaan.
'Dank je papa, dank je mama!' roepen ze blij en slaan alweer aan het smullen. Ze hebben nog geen hap genomen of Anansi vraagt: 'En wie houdt er van mij?'
'Ik, -ik, papa!' gillen ze allemaal door elkaar en om dat te bewijzen zegt er één: 'Je krijgt de helft van mijn banaan.'
'En ook van mij! Van mij, -van mij!' Zo wil de een niet voor de ander onder doen en iedereen legt gauw een stuk op Anansi's bord.
Wie kan me nu vertellen hoeveel bananen Ba Anansi heeft gegeten?
Beschrijving
Hoe Anansi zijn kinderen trakteerde. Anansi weet de hand te leggen op een enorme tros bananen. Hij eet ze bijna allemaal op maar weet toch zijn vrouw en kinderen blij te maken met het restant. Als Anansi vraagt wel kind er van hem houdt, krijgt hij van allemaal nog een halve banaan.
Bron
Anansi: de spin weeft zich een web om de wereld/Noni Lichtveld. - Heusden: Aldus; 's-Gravenhage: NBLC, 1984, p. 65.
Commentaar
1984
Naam Overig in Tekst
Anansi   
B'Anansi   
Anansikinderen   
Ma Akoeba   
M'Akoeba   
Pa Anansi   
Ba Sekrepatoe   
Schildpad   
Sekrepatoe   
Patoe   
P'Anansi   
M'Akoeba   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20