Hoofdtekst
EB: Ja, ja. Omdat je wanneer je eh open optreedt, weet je nooit wat voor publiek d'r is. Kan zijn dat je ineens alleen maar kleine kinderen voor je neus hebt, dan vertel je anders wanneer de vereniging Oud Den Bosch voor je neus zou staan ofzo, die het allemaal in historische juistheid eh - Daar heb ik verhalen voor gemaakt eh, die Keulse Kar, dat is een café hier in Den Bosch en eh, dat zit pal onder de Sint Jan en die hebben en poppodium en een literair eh ding. En toen ze die literaire dingen voor het eerst gingen doen vroeger ze of ik een verhaal wilde vertellen. Nou dan ging ik natuurlijk verzinnen van wat kan ik over die Keulse Kar vertellen eh zo onder aan de kroeg, oh moet iets met de Sint Jan te maken hebben, nou, zat ik eerst met allerlei dingen over eh karren en voertuigen, totdat je dan ineens zo'n geschifte brainwave hebt van eej, kar... kerk ernaast: kardinaal... de Keulse Kardinaal. De Keulse Kardinaal, OK, de dom van Keulen, Sint Jan, <t'p t'p t'p>, en uiteindelijk kwam ik toen op een eh op een verhaal uit de Decamerone terecht, en dan heb ik dus iemand vanuit Den Bosch, die gewoon - eh d'r zit in eh - het is natuurlijk... veel van die beelden op de Sint Jan zijn behoorlijk verweerd, moeten gerestaureerd worden eh, d'r zit ook ergens een hele processie van melaatsen in enzo zegmaar, dus ik heb een wat drankzuchtige steenhouwer genomen, die gewoon zulk beroerd werk afleverde, nou ja dat zijn dus die melaatsen geworden. Dat hadden allemaal keurige gezichten moeten worden, maar ja. En hij dronk nogal veel natuurlijk in die Keulse Kar die toen nog anders heette, wordt ontslagen, nou ja, heeft bij iedereen nog eh veel op de kerfstok staan en vertrekt uiteindelijk, komt in Keulen terecht, waar, nou ja, daar vindt hij dan ook weer een baantje, maar de toestand herhaalt zich, totdat hij op een kroeg door een paar eh criminelen mee wordt genomen, zeggen ze nou wij hebben wel een klusje voor jou jongen, dus - en die loodsen hem de dom van Keulen in waar net een kardinaal begraven is - en in de Decamerone gebeurt dat ook - die lui die zijn natuurlijk zeer rijk gedecoreerd en aangekleed, vol met sieraden begraven, een kapitaal, dus eh gebeurde ook vaak zat dat die helemaal leeg geroofd werden eh nog voor dat ze onder de grond konden. Ze laten hem in die graftombe eh zakken, schuiven de deksteen krikken ze omhoog en laten hem zakken, en hij moet van alles en nogwat aangeven, en hij denkt ook op het moment dat ik die ring geef - die peperdure robijnen ring - laten ze die boel vallen en ben ik verkocht, dus hij geeft van alles en nogwat aan, en die ring laat hij maar zitten. Totdat ineens, gestommel in de kerk en die twee anderen die vluchten en die rammen nog even die steun onder die steen uit, en dan zit hij en dan wordt dan ding opnieuw opengemaakt, opengeschoven, en dan zakken er ineens twee benen van een monnik naar beneden. Ja, kennelijk he omdat hij in de kerk bezig is en heeft gezien en denkt mooi kan ik ook gebruiken. Nou wat hij dan doet is die grijpt hij bij de benen en die denkt dat het de kardinaal is die hem vervloekt en zo weet hij dan uiteindelijk eruit te klimmen, met die ring natuurlijk. Kapitaal waard, vekoopt hem onderweg, keert terug naar Den Bosch, betaalt niet alleen zijn rekening bij de kroegbaas, maar hij koopt de hele kroeg. Sindsdien komen mensen [...?[vertel nog eens van?]] die Keulse Kardinaal [...?] dus al snel heeft Den Bosch het erover dat ze 'even naar de Keulse Kardinaal gaan', dan weet iedereen de kroeg. Tot ongenoegen van het bisdom natuurlijk, want die hebben dan zoiets van ja, hij zegt ook nog dat er een monnik geweest is in Keulen die geprobeert heeft aan die kardinaal te beroven, dus de bischop gaat eens naar hem toe en zegt "joh, dat moet je echt niet meer doen hè" -"Ja, da's toch mooi, Keulse Kardinaal, en..." -"Weet jij nog wat je daar op de steigers van de Sint Jan geflikt hebt, jongen, hè, je bent Onze Lieve Heer wel wat verplicht hè, met dat broddelwerk daar, gedraag je een beetje." Dus hij besluit dat hij het er niet meer over zal hebben, en als ze klanten het er dan over hebben "hee vertel nog eens van die Keulse Kardinaal" dan is het, weet je, dan is het net <ut!> <nt!> en daardoor komen ze nooit verder dan "de Keulse Kar..." <ut!>
<iedereen lacht>
EB: En zo is de Keulse Kar aan zijn naam gekomen. Zo eh...
RK: En die heb je zelf verzonnen?
EB: Ja
RK: Leuk.
<iedereen lacht>
EB: En zo is de Keulse Kar aan zijn naam gekomen. Zo eh...
RK: En die heb je zelf verzonnen?
EB: Ja
RK: Leuk.
Beschrijving
In Den Bosch leefde er eens een beeldhouwer, die zo aan de drank was, dat de mensen die hij hieuw op melaatsen leken. Dat drinken deed hij meestal in de herberg vlak bij de Sint Jan. Vanwege zijn slechte werk wordt hij ontslagen, en omdat hij bij meerdere mensen schulden heeft, wijkt hij uit naar Keulen. Daar vergaat het hem niet veel anders: hij vindt werk, maar levert slechte arbeid. Op een dag wordt hij door een stel rovers meegenomen, die wel een klusje voor hem hebben. Ze nemen hem mee de dom van Keulen in, waar net een kardinaal is begraven, uiteraard met de dure kleding en sieraden nog aan. De dieven krikken de deksteen van het graf van de kardinaal open, maar laten de beeldhouwer erin zakken om het vieze werk te doen. De beeldhouwer geeft ze allerlei schatten aan vanuit het graf, behalve een peperdure robijnen ring, aangezien hij bang is dat ze hem zullen opsluiten zodra hij die geeft. Opeens klinkt er gestommel in de kerk, en de rovers gooien het graf dicht en vluchten, waardoor de beeldhouwer wordt opgesloten. Even later wordt het graf weer geopend en zakken er twee monniksbenen naar binnen; de monnik zit blijkbaar ook achter de schat aan. De beeldhouwer grijpt de monnik bij zijn benen en deze schrikt erg, omdat hij denkt dat het de dode kardinaal is die hem wil pakken. De monnik vlucht weg, maar laat het graf open, en zo ontsnapt de beeldhouwer, met de ring. De ring verkoopt hij, en hij keert terug naar Den Bosch, waar hij niet alleen zijn schulden afbetaalt, maar meteen de hele herberg koopt. Sindsdien komen mensen bij hem langs en vragen hem steeds om nog eens dat verhaal van de Keulse kardinaal te vertellen. Al snel heeft men het erover dat ze "even naar de Keulse kardinaal" gaan, en dan weet iedereen dat ze de herberg bedoelen. Het bisdom is hier totaal niet blij mee, en bovendien niet met het feit dat de beeldhouwer steeds vertelt over de roofzuchtige monnik. De bisschop wijst hem erop dat hij God we wat verschuldigd is voor het belabberde beeldhouwwerk aan de kathedraal, en de beeldhouwer belooft dan ook dat hij het verhaal niet meer zal vertellen. Voortaan als mensen dan vragen of hij het weer eens wil vertellen, dan gaat het zo: "Hee, vertel nog eens van die Keulse kar-", maar dan worden ze afgekapt. Zo is het café aan zijn huidige naam gekomen.
Bron
Letterlijk afschrift van .wav-opname: DBosch_Borrias2.wav.
Commentaar
20 juni 2007
Gedeeltelijk gebaseerd op een verhaal uit de 'Decamerone' van Bocaccio.
Aanwezig: Ruben A. Koman en Oscar Strik.
EB: Eric Borrias
RK: Ruben Koman
OS: Oscar Strik
Aanwezig: Ruben A. Koman en Oscar Strik.
EB: Eric Borrias
RK: Ruben Koman
OS: Oscar Strik
Naam Overig in Tekst
De Keulse Kardinaal   
De Keulse Kar   
Naam Locatie in Tekst
Den Bosch   
's Hertogenbosch   
Keulen   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21