Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

SINBRABSAG078

Een sage (boek), 1933

Hoofdtekst

No. 78. Iederen avond ging de dochter van een boer uit Aalst met een paar meiden de koeien melken, tot zij op zekeren avond aan den rand van een bosch, op flinken afstand, een witte gedaante zag verschijnen. Ze werd bang en liep naar huis, zonder de koeien verder te melken. Ze kon niet spreken van angst en schrik, omdat ze niet wist wat 't was, en kwam hijgend van 't loopen thuis aan. De huisgenooten vroegen direct wat er aan de hand was, en toen zei ze, na tot bedaren gekomen te zijn, dat 't kon gaan zooals 't wilde, maar ze ging niet meer alleen melken, zoo was ze geschrokken. Den volgenden avond ging de knecht mee, omdat ze alleen niet meer wilde. Ze zagen dezelfde gedaante weer, maar nu kwam ze veel dichter bij. De knecht zag het ook, en was ook angstig genoeg, maar toch hadden ze den moed om de beesten verder te melken. Toen ze thuis kwamen hebben ze er weer met de huisvrouw over gesproken, en deze zei: "Ik wil eens naar den pastoor gaan, om te vragen wat die er van zegt." De pastoor zei toen tegen de boerin: "Ga zelf maar eens mee, en als je het dan ook ziet, zal ik er misschien iets van gelooven." Onderhand ging de vrouw zelf ook mee, en dezen keer zagen ze de gedaante op een kleine vijftig meter. Toen ging ze weer naar de pastoor, en vertelde met veel kracht dat ze werkelijk dezelfde gedaante gezien had met eigen oogen, en dat hij het gerust kon gelooven, er was niemand die haar dat kon bestrijden, maar ze wist zelf ook niet wat dat voor gedaante was. De pastoor zei toen: "Als het is wat ik denk, dan is het een geest. Wees maar niet bang, doe gewoon je werk. Als het werkelijk een geest is, zal hij hoe langer hoe dichter bij komen, en dan vraag je hem maar wat hij wil, en dan zal hij wel antwoorden. Ik zal oe wel zegen wat ge vragen moet, vraag hem maar wat z'n begeerten zijn." Den volgende avond gingen ze weer. Hij was zoo dichtbij gekomen, dat ze ieder aan een kant van 't hek stonden. Ze vroegen hem naar zijn begeerten, en toen antwoordde hij: "Ik begeer het eeuwige leven. Ik heb in mijn jeugd, toen ik lang geleden nog leefde, de belofte gedaan om een bedevaart, heen en terug, naar Kevelaar te make, en dat heb ik niet gedaan.. Voor straf moet ik nu ronddolen." Nu moest hij het nog doen met hulp van een ander, en hij had nog tien dagen de tijd. Deed hij het niet, dan moest hij eeuwig zwerven en kwam niet in den hemel. Hij vroeg er om, en ze hebben aan zijn verzoek voldaan. Alle menschen waren er gek op om mee te gaan, en ze gingen met een vijftig man, terwijl de pastoor meeging, te voet naar Kevelaar. Onderweg naar Kevelaar zagen de priester en de menschen die met hem gesproken hadden, hem den heelen tijd meeloopen, maar de andere menschen zagen hem niet, ofschoon hij al dien tijd tusschen hen liep. Toen ze op het gebied van Kevelaar kwamen, begonnen de kerkklokken vanzelf te luiden en de menschen zeiden tegen elkaar: "Er komt een geest aan", en iedereen liep uit om hem te zien. Toen is er een mis opgedragen, en onder de mis, na de Nuttiging, was plotseling de geest verdwenen. Zijn reis was ten einde. Hij had de genade gekregen om de vroeger niet nagekomen belofte toch nog te houden.

Onderwerp

SINSAG 0402 - Die versäumte Wallfahrt (Messe, Gabe)    SINSAG 0402 - Die versäumte Wallfahrt (Messe, Gabe)   

Beschrijving

In Aalst zag de dochter van een boerin een geest, terwijl ze de koe aan het melken was. Ze was erg bang en de volgende dag ging de knecht mee. Ook hij zag de geest. De geest kwam elke avond dichterbij en de pastoor zei dat ze aan de geest moesten vragen wat zijn begeerten zijn. De boerin, knecht en de dochter vroegen de geest naar zijn begeerten en hij vertelde dat hij een belofte had gedaan om een bedevaart te maken naar Kevelaar, maar die niet meer was nagekomen. Ze besloten om met z'n allen de bedevaart te maken. Na de reis was de geest verlost en kon hij naar de hemel.

Bron

Noord-Brabantsch Sagenboek/ J. R. W. Sinninghe. - Zutphen: W.J. Thieme & Cie. - [1933], p. 61-63.

Commentaar

[1933]
Valt onder hoofdstuk en titel(s): I. Mythologische Sagen: De Daemonen der vier elementen: D. Luchtgeesten: 7. Spoken: a. Onvervulde Beloften.

Bronnen:
1) Volksmond, mej. E.D. van Maren.

Ter verg.: beloofde beevaart (No. 78, 80). de Cock's Teirl., No. 101. Ons Volksl., III, 91; VIII, 36. Volk en Taal, VI, 23. de Cock, VI. S., No. 166. Ortoli, Corse, 333-337. Kemp, Limb. S., 226-228; 232. Handwörterb., III, 505-507.

Door auteur J. R. W. Sinninghe toegevoegd ter verduidelijking:
Heeft iemand tijdens zijn leven een belofte gedaan, die hij, door den dood verrast, niet heeft kunnen volbrengen, dan keert hij weer, vertoont zich aan zijn nabestaanden, en smeekt hen, de belofte na te komen, opdat hij verlost zal worden uit het vagevuur.
Die versäumte Wallfahrt (Messe, Gabe)

Naam Overig in Tekst

Kevelaar    Kevelaar   

Naam Locatie in Tekst

Aalst    Aalst   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20