Hoofdtekst
Anderen verhalen, dat een scheper het beeld vond, wel zeven minuten dichter bij Gemert. Daar wilde men ook een kapelletje bouwen, maar de ossen, die de kar met steenen trokken, sloegen op hol, en stonden een eind verder stil. Men begreep dat hier de kapel moest worden opgetrokken.
Ook bij den bouw geschiedde een mirakel. Toen het water, voor het metselen zoo noodig, in de dorre heide begon te ontbreken, welde er eensklaps een kleine put op, waarin, zelfs in de droogste zomers, het water nimmermeer ontbrak.
In dien put heeft O. L. Vrouw van Handel eens haar kleedje gewasschen, en het op de doornstruik te drogen gehangen. De pelgrims komen er drinken van het genezende water van den, door den overouden doornboom overschaduwde, Maria-put.
Oude stukken over de mirakelen gingen allen verloren, toen een bende soldaten in het jaar 1588 de kapel leegroofde, en zelfs niet vergat om het lood uit de goten en vensters weg te breken, om er kogels van te gieten. Nauwelijks was de schade hersteld, of een andere bende plunderde de kapel en stalde er het gestolen vee. In die dagen werd het miraculeuze beeld veilig bewaard op het Kasteel van Gemert.
In de eerste helft der 17e eeuw trok jaarlijks op den tweeden Pinksterdag de processie uit, die, voorafgegaan door de muziek en de vendels der gilden, het wonderbeeld naar de parochiekerk van Gemert voerde.
Den volgenden woensdag bracht de processie Ons Liefvrouwke weer naar Handel terug. Eens toen het weer te slecht vond, en de processie thuis bleef, is O. L. Vrouwe van Handel zelf in de nacht over den Beverdijk en de Lieve Vrouwen Steeg naar het gehucht teruggekeerd.
Het jaar 1648 scheen ook het einde van dit bedevaartsoord te beteekenen. De kommandeur Ulric van Hoensbroek viel van de Duitsche Orde af, en leverde de vrije heerlijkheid Gemert aan de Staten. Maar het Mariabeeld was in veiligheid gebracht en toen het de Orde in 1662 mocht gelukken Gemert terug te koopen, werd 't nog meer als te voren vereerd. Spijtig betuigt ds. Hanewinckel, (in 1798) dat het beeld weinig minder beroemd is, dan dat van Kevelaar en Scherpenheuvel.
Onderwerp
SINLEG 0061 - Brunnen entspringt, wenn das Wasser für den Bau (für die Mönche, die das Kloster bewohnen werden) fehlt.   
Beschrijving
Bron
Commentaar
Bronnen:
Kronenburg, Maria's Heerlijkheid, VI, 134-152. Coppens, Bisdom 's Hertogenbosch, III, 353. Schutjes, Bisdom 's Hertogenbosch, IV, 18, 715, 760, V, 492.
Naam Overig in Tekst
Handel   
Maagd Maria   
O. L. Vrouwe   
Maria-put   
Kasteel van Gemert   
Lieve Vrouwen Steeg   
Ulric van Hoensbroek   
Duitsche Orde   
Staten   
Hanewinckel   
Kevelaar   
Naam Locatie in Tekst
Gemert   
Beverdijk   
Scherpenheuvel