Hoofdtekst
Claudius, een seer seditieux edelman, verklaegt wesende, wiert door gecorrumpeerde rechters vrij gesproocken, maer weder beklaegt sijnde, versogten de rechters guardes van den Senaet om sooveel te vrijer haer oordeel te vellen. Dat geschiet sijnde, wiert Claudius gecondemneert, maer des anderendaegs door kragt van gelt weer vrij gesprocken. Eenige van dese rechters op de marckt komende, seyde Catulus tot haer: 'Wat bewoog u, mijne heeren, om guardes van den Senat te eijsschen, of waert gij misschien bang, dat u uw gelt sou zijn ontstolen geworden?'
Beschrijving
Claudius wordt de ene dag door de rechters vrijgesproken, maar de andere dag - onder bescherming van de senaat - veroordeeld. Hij komt vrij als er een som geld betaald wordt. Catulus vraagt de rechters op de markt waar de bescherming van de Senaat voor nodig was: waren ze bang hun geld te verliezen?
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
derde kwart 17e eeuw
Naam Overig in Tekst
Claudius   
Catulus   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20