Hoofdtekst
Een schilder hadde twee tafereelen, op 't één was Christus en 't ander Paulus geschildert, welcke eenige geestelijcke siende, seyden dat se al te root van tronie waeren. Doch de schilder antwoorde: 'Ick heb hun geschildert die se nu hebben, wijl ick weet dat se, siende dat de kercke van u en uwe gelijcken werdt geregeert, van schaemte gantsch root van tronie sijn.'
Beschrijving
Enkele geestelijken hadden kritiek op de schildering van Christus en Paulus. Volgens hen had de schilder hun gezichten te rood gemaakt. De schilder antwoordde dat hij ze had geschilderd zoals ze waren. Hun gezichten waren immers rood van schaamte, omdat ze zagen dat de kerk door deze geestelijken werd geleid.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Christus   
Paulus   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20