Hoofdtekst
No. 282. In een der zwarte zompige moeren van Achtmaal, onder Zundert, die 's zomers in den witten kring van wuivend wollegras zijn gebannen, ligt in een groote ijzeren kist, een onmetelijke schat.
Vele malen heeft men gepoogd de kist te lichten uit het peilloos-diepe moeras; ook Napoleon met zijn soldaten heeft het beproefd, maar 't was altijd vergeefs.
Toen heeft een overoud wijveke verteld, dat men de schat slechts uit de diepte van het zwarte water kon trekken met behulp van vier schimmels. Zoo gezegd, zoo gedaan. Maar toen een hoek van de kist al boven water was, vloekte er een, de paarden gleden achteruit de helling af en verzonken in het ven. Eén dier kwam weer boven, het beklom den oever en draafde weg over de heide, zwart was het geworden als het moer. Sindsdien doolt dit paard rond in het heideland. 2)
Vele malen heeft men gepoogd de kist te lichten uit het peilloos-diepe moeras; ook Napoleon met zijn soldaten heeft het beproefd, maar 't was altijd vergeefs.
Toen heeft een overoud wijveke verteld, dat men de schat slechts uit de diepte van het zwarte water kon trekken met behulp van vier schimmels. Zoo gezegd, zoo gedaan. Maar toen een hoek van de kist al boven water was, vloekte er een, de paarden gleden achteruit de helling af en verzonken in het ven. Eén dier kwam weer boven, het beklom den oever en draafde weg over de heide, zwart was het geworden als het moer. Sindsdien doolt dit paard rond in het heideland. 2)
Onderwerp
SINSAG 1266 - Das Heben des Schatzes. Schatzhebung misslingt, wegen Verletzung des Schweigegebotes.   
Beschrijving
Men probeert al tijden een schat te lichten uit het moeras van Achtmaal, maar slaagt hier niet in. Een oude vrouw zegt dat het alleen mogelijk is met behulp van vier schimmels. Als men dit probeert lijkt het in eerste instantie te lukken. Dan vloekt er echter iemand, waarop de kist met de paarden eraan terugzakt in het moeras. Slechts een paard komt weer boven, en doolt nu, zwart als het moeras zelf, rond in het heideland.
Bron
Noord-Brabantsch Sagenboek/ J. R. W. Sinninghe. - Zutphen: W.J. Thieme & Cie. - [1933], p. 241.
Motief
C401.3 - Tabu: speaking while searching for treasure.   
Commentaar
[1933]
Valt onder hoofdstuk en titel(s): IV. Historische Sagen; 1. Verborgen Schatten.
Noten: 2) Volksmond.
Ingeleid door Sinninghe (No. 282-284): 'Zwijgen is het eerste gebod van den schatzoeker. Een enkel woord is voldoende om de vijandige krachten te wekken, en de schat, die men reeds in zijn bezit waant, dieper dan ooit in de aarde te doen verzinken. Met altijd weer nieuwe pakkende beelden weet de sage van zulke vruchtelooze pogingen te vertellen'
Ter vergelijking (No. 274-286): Schrijnen, N. Volksk., I, 92; v. d. Bergh, N. Myth., 203-205, 331; Wolf, N. S., No. 297-299, 235, 527, 546; Wolf, D. M. u. S., No. 54, 57, 249, 253, 430, 431; Wall Perné, V. S., I, 23, 44-47, 83-86, 115-118, 126-127; Welters, Limb. S., I, 182-187; Kemp, Limb. S., 64, 73, 120-121, 123-136; Dijkstra, W., I, 151-152; v. Deinse, 422, 450-451; E. V., II, 289-290; III, 4; Volkskunde, XIX, 150-154; de Cock's Teirlinck, No. 120, 181, 672; de Cock, Vl. S., No. 157, 254-257; Eigen Schoon, III, 63, 188-189; Ons Volksl., V, 116-117, 135, 137; VIII, 130, 214; XII, 175-176; III, 40-42; Stroobant, Orig. Scand., 23-24; Limb. Jaa[rb]., II, 20; Cornelissen, N. Volkshumor, I, 184-185. Sébillot, Folkl. de France, table, trésors; Leo Winter, Die deutsche Schatzsage (Wattenscheid 1925); Klimo, Lég. de Hongrie, 64-81; Carnoy, l'Asie Mineure, 359-361; Andrews, Contes Ligures, No. 15, 55; Eigen Haard, 1919, blz. 240-241 (Marokko). Bienemann, Livländische Sagen, No. 208-230. Douglas, Scottish Tales, 193, 208. Sidney Hartland, English Tales, 211, 219, 224.
Noten: 2) Volksmond.
Ingeleid door Sinninghe (No. 282-284): 'Zwijgen is het eerste gebod van den schatzoeker. Een enkel woord is voldoende om de vijandige krachten te wekken, en de schat, die men reeds in zijn bezit waant, dieper dan ooit in de aarde te doen verzinken. Met altijd weer nieuwe pakkende beelden weet de sage van zulke vruchtelooze pogingen te vertellen'
Ter vergelijking (No. 274-286): Schrijnen, N. Volksk., I, 92; v. d. Bergh, N. Myth., 203-205, 331; Wolf, N. S., No. 297-299, 235, 527, 546; Wolf, D. M. u. S., No. 54, 57, 249, 253, 430, 431; Wall Perné, V. S., I, 23, 44-47, 83-86, 115-118, 126-127; Welters, Limb. S., I, 182-187; Kemp, Limb. S., 64, 73, 120-121, 123-136; Dijkstra, W., I, 151-152; v. Deinse, 422, 450-451; E. V., II, 289-290; III, 4; Volkskunde, XIX, 150-154; de Cock's Teirlinck, No. 120, 181, 672; de Cock, Vl. S., No. 157, 254-257; Eigen Schoon, III, 63, 188-189; Ons Volksl., V, 116-117, 135, 137; VIII, 130, 214; XII, 175-176; III, 40-42; Stroobant, Orig. Scand., 23-24; Limb. Jaa[rb]., II, 20; Cornelissen, N. Volkshumor, I, 184-185. Sébillot, Folkl. de France, table, trésors; Leo Winter, Die deutsche Schatzsage (Wattenscheid 1925); Klimo, Lég. de Hongrie, 64-81; Carnoy, l'Asie Mineure, 359-361; Andrews, Contes Ligures, No. 15, 55; Eigen Haard, 1919, blz. 240-241 (Marokko). Bienemann, Livländische Sagen, No. 208-230. Douglas, Scottish Tales, 193, 208. Sidney Hartland, English Tales, 211, 219, 224.
Das Heben des Schatzes. Schatzhebung misslingt, wegen Verletzung des Schweigegebotes.
Naam Locatie in Tekst
Achtmaal   
Zundert   
Napoleon   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20