Hoofdtekst
Een soldaet hebbende consent van sijn capiteyn om twee maenden te mogen uytblijven, bleef achtien weecken uyt. Als nu de capiteyn daerom keef, soo seyde hij: 'Ick meende dat een maent negen weecken was, doordien mij en mijn rotsgesellen bij de betalinge de maent soo gerekent wert.'
Beschrijving
Een soldaat had van zijn kapitein toestemming om twee maanden weg te blijven. De soldaat bleef echter achttien weken weg. Toen de kapitein hem hierop aansprak, zei de soldaat: 'Ik dacht dat een maand negen weken was, want dit wordt altijd aangehouden bij de uitbetaling van het maandelijkse loon.'
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20