Hoofdtekst
Een doctor seyde tegen een dronckaert: 'Soo gij van u quaede oogen wilt genesen werden, so most gij geen suyvere wijn drincken, maer gij most er veel water onder doen.' Maer de patiënt antwoorde: 'Heer doctor, ick bevinde dat gij groot ongelijck hebt, want dat mijn oogen soo loopen, dat komt van 't water dat ick onder mijn wijn gedroncken hebbe, want als mijn oogen overloopen, soo is 't water dat er uytloopt en geen wijn.'
Beschrijving
Een dokter adviseerde een dronkaard geen zuivere wijn meer te drinken als hij van zijn slecht ogen af wilde komen. Hij moest zijn wijn voortaan met water mengen. De dronkaard vond echter dat de dokter ongelijk had, want als zijn ogen traanden dan kwam er water uit en geen wijn, dus het lag juist aan het water dat hij dronk en niet aan de wijn.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991.
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20