Hoofdtekst
Iemand voor wie de genade zeer langzaam gekomen is, was het melkmeisje van wie de geest eeuwenlang op de Karnemelkbrug heeft gespookt. Op het middernachtelijk uur rees zij telkens uit de dondere waters van de Ottogracht en ging midden op de brug staan en riep dan:
'Kernemelk, kernemelk, kernemelk!
Ik heb mijn arme ziel vergeten,
Want ik heb meer water dan melk gemeten!'
Waarom de ziel van het melkmeisje verdoemd was, is meteen duidelijk gemaakt. Gedurende jaren had zij melk met veel water gedoopt en dat belachelijke mengsel voor goede waar verkocht. Tot de dag van wroeging kwam, de angst voor de hel en ook de vrees voor de mensen, die zij bedrogen had. De melkmeid ging biechten en de priester schonk haar ook vergiffenis, op voorwaarde nochtans dat zij resitutie zou doen. Maard dit juist dierf het melkmeisje niet aan. Wat zouden de mensen wel zeggen, indien zij kwam bekennen hen jarenlang bedrogen te hebben, ook al voegde zij erbij dat zij spijt had en al beproefde zij het gepleegde onrecht met geld goed te maken. De wroeging van het melkmeisje en haar angst zijn tenslotte wanhoop geworden. Op een nacht wierp zij zich van de brug aan het Steendam, bij Sint-Jakobs, in het water. Reeds de volgende morgen werd haar lijk opgehaald door een schipper. Haar lichaam werd in de schoot van moeder aarde te rusten gelegd. Maar de ziel van het melkmeisje bleef dwalen...
Talrijk zijn diegenen, die de nevelig-witte gedaante hebben gezien en haar pijnlijk gekreun hebben gehoord: Kernemelk, kernemelk, kernemelk!... Zo deernisweekend was dat schouwspel, dat zelfs de vroegere slachtoffers van de melkmeid medelijden met haar kregen en God smeekten, dat Hij haar vergiffenis schenken en kwijtschelding verlenen zou. Die smeekbede moet ook verhoord geworden zijn, want van af toen af heeft niemand de melkmeid ooit teruggezien- de Heer was haar genadig geweest.
'Kernemelk, kernemelk, kernemelk!
Ik heb mijn arme ziel vergeten,
Want ik heb meer water dan melk gemeten!'
Waarom de ziel van het melkmeisje verdoemd was, is meteen duidelijk gemaakt. Gedurende jaren had zij melk met veel water gedoopt en dat belachelijke mengsel voor goede waar verkocht. Tot de dag van wroeging kwam, de angst voor de hel en ook de vrees voor de mensen, die zij bedrogen had. De melkmeid ging biechten en de priester schonk haar ook vergiffenis, op voorwaarde nochtans dat zij resitutie zou doen. Maard dit juist dierf het melkmeisje niet aan. Wat zouden de mensen wel zeggen, indien zij kwam bekennen hen jarenlang bedrogen te hebben, ook al voegde zij erbij dat zij spijt had en al beproefde zij het gepleegde onrecht met geld goed te maken. De wroeging van het melkmeisje en haar angst zijn tenslotte wanhoop geworden. Op een nacht wierp zij zich van de brug aan het Steendam, bij Sint-Jakobs, in het water. Reeds de volgende morgen werd haar lijk opgehaald door een schipper. Haar lichaam werd in de schoot van moeder aarde te rusten gelegd. Maar de ziel van het melkmeisje bleef dwalen...
Talrijk zijn diegenen, die de nevelig-witte gedaante hebben gezien en haar pijnlijk gekreun hebben gehoord: Kernemelk, kernemelk, kernemelk!... Zo deernisweekend was dat schouwspel, dat zelfs de vroegere slachtoffers van de melkmeid medelijden met haar kregen en God smeekten, dat Hij haar vergiffenis schenken en kwijtschelding verlenen zou. Die smeekbede moet ook verhoord geworden zijn, want van af toen af heeft niemand de melkmeid ooit teruggezien- de Heer was haar genadig geweest.
Onderwerp
SINSAG 0413 - "Zu knapp gemessen, die Seele vergessen."
  
Beschrijving
De ziel van een melkmeisje waart nog steeds omstreeks middernacht rond uit wroeging voor haar vroegere daden. Zij heeft namelijk melk met water vermengd om meer winst te maken.
Bron
Willem Geldof (samensteller), Volksverhalen uit Zeeland en de Zuid-Hollandse eilanden. Dr. Tjaard en W.R. de Haan (red.). Utrecht/Antwerpen: Het Spectrum 1979. p. 45-46.
BRON: Dr. Paul de Rijck, 'Het melkmeisje van middernacht', in: 'Gentianen, een resem oude Gentse sagen. Gent, 1955, p. 54-55.
BRON: Dr. Paul de Rijck, 'Het melkmeisje van middernacht', in: 'Gentianen, een resem oude Gentse sagen. Gent, 1955, p. 54-55.
Commentaar
1979
Valt onder de titel 8. Het ronde putje van Oost-Souburg.
"Zu knapp gemessen, die Seele vergessen." Milchmadchen spukt
Naam Overig in Tekst
Steendam   
Sint-Jakobs.   
Naam Locatie in Tekst
Kanemelkbrug   
Ottogracht   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20