Hoofdtekst
Tot Maeslandsluys met juffrou N.N. gaende wandelen, lasen wij al de refereyntjes en devisen die voor de deuren staen. Onder andere was er een: 'Al het vleesch is hoy.' 'Het mag voor mij geen quaed', seyde ick, 'al moesten wij dese nacht uytblijven, ick sal mij behelpen met in 't hoy te slaepen.'
Beschrijving
De verteller wandelde met juffrouw N.N. naar Maaslandsluis. Tijdens deze wandeling lazen zij alle teksten die voor de deuren stonden. Een tekst ging als volgt: 'Al het vlees is hooi.' De verteller zegt dat hij het niet erg zou vinden om in Maaslandsluis te moeten overnachten. Hij zal wel in het hooi slapen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Maeslandsluys   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20