Hoofdtekst
De vrouw van Van de Binckhorst was een setpil geset die sij ten eerste weer quijt wiert. Trijn, de boerinne, proefde eens ende het so soet vindende lickte voort. R.'Wat de duyvel doe je, Trijn? Lick je op dat onse vrouw in haer naers heeft gehat?' Trijn lickte voorte, seggende: 'Praet gij luy wat, onse vrouw kackt soo soet niet.'
Beschrijving
Mevrouw Van de Binckhorst had een zetpil uit haar anus gehaald. Trijn stopte de pil in haar mond. Een verbaasde aanwezige vroeg waarom ze dat deed. Ze antwoordde dat de mevrouw deze pil niet in haar anus kon hebben gehad omdat ze niet zo zoet kon poepen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Trijn   
Van de Binckhorst   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20