OVER2389

Jonathan kreeg een dief die sijn beurs meende te luysen bij de kraeg en doe hij moe geslagen was, trock hij aen het trappen. 'Ey', seyde sommige, 'laet hem op, hij heeft genoeg.' R. 'Neen, ick sie dat hij sin in dat ambacht heeft en dat de vlegel nog niet doortrapt genoeg is om slechts een beurs te stelen, ick sweer dat ick er nu een doortrapte guyt van maecken sal.'

Jonathan kreeg een dief te pakken die hem wilde bestelen. Hij gaf hem een pak slaag en begon daarna te schoppen. Sommige mensen zeiden dat het u wel genoeg was, maar daar was hij het niet mee eens. Hij zou er wel een doortrapte guit van maken.

Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991

Derde kwart zeventiende eeuw

Jonathan    Jonathan   

2013-03-01 14:46:20