Hoofdtekst
In geselschap quam men te spreecken van verkeerde boodschappen. 'Ja', seyde juffer Johanna van Kuijl, 'daer moet yemant ontrent onsent sieck wesen, want gisteren komt Annetje, de klisteerder, tot onsent sonder vraegen achter inlopen en mits als sij aen onse kamer komt, vraegt sij na so en so een. Ick seyde: "Wat onfatsoenlijckheyt is dat etc.".' 'Gij had', seyde ick, 'groot ongelijck.' R. 'Waerom?' R. 'Omdat Annetje har leven niet anders is gewoon te doen als achter inloopen.'
Beschrijving
In een gezelschap kwam men te spreken over misverstanden. Een juffer vertelde hoe Annetje, die darmspoelingen deed, eens ongevraagd bij haar de achterdeur in kwam, en hoe onbeleefd dat wel niet was. En ander was het daar niet me eens, Annetje was het immers gewend door de achterdeur naar binnen te komen.
Bron
Aernout van Overbeke, Anecdota sive historiae jocosae. Ed. R. Dekker, H. Roodenburg en H.J. van Rees. Amsterdam 1991
Commentaar
Derde kwart zeventiende eeuw
Naam Overig in Tekst
Annetje   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20