Hoofdtekst
EEN IJSELIJKE NACHT
In Balen, een dorpje in België, woonde vroeger een boerenzoon, die erg verliefd was op een knappe boerendochter. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de jongen vaak bij het meisje aan huis kwam. Het meisje, dat erg verliefd was op de jongen, vond dit natuurlijk heerlijk. En omdat ook de moeder van het meisje de jongen goed lijden mocht, had de jongen er steeds een goed onthaal. Behalve op woensdagen en vrijdagen, dan mocht hij er niet komen.
De eerste weken hield de jongen zich wel aan de afspraak hoewel hij steeds nieuwsgieriger werd naar de oorzaak van dit verbod. En op een vrijdag trok hij de stoute schoenen aan en sloop stiekem het huis waar het meisje woonde, binnen en verborg zich achter een keukenkast.
Rond een uur of tien in de avond zag hij de deur opengaan en moeder en dochter binnenkomen. Ze gingen aan de keukentafel zitten en bespraken met elkaar welke omgeving ze deze nacht eens onveilig zouden maken. Tijdens het praten nam de moeder een flesje uit de muurkast en ging met haar dochter naar de huiskamer. Ze lieten echter de deur op een kier openstaan, zodat de jongen precis kon zien wat er verder gebeurde, Hij zag hoe de beide vrouwen elkaar met de inhoud van het flesje inwreven. Daarna gooiden zij het flesje door het venster naar buiten. Toen sloeg de deur door een windstoot dicht en kon de jongen helaas niet meer zien wat er verder gebeurde.
Toen de verliefde boerenzoon van de eerste verwondering bekomen was, zei hij tot zichzelf: ‘Wat zij van plan zijn weet ik niet, maar ik ga het ook eens proberen.’ Hij nam ook zo’n flesje uit de muurkast en begon zich daarmee in te smeren. Daarna gooide hij het flesje naar buiten, echter niet door het venster, zoals de moeder gedaan had, maar door de keukendeur. Hoewel hij snel de deur dichttrok, bleef toch zijn vinger als vastgevroren aan de deurklink zitten. En wat de vrijer ook probeerde, hij kon niet loskomen.
Pas de volgende morgen, toen het licht begon te worden, kon hij zijn vinger van de deurklink losmaken. Toen hij daarna de kamerdeur openmaakte, kreeg hij de schrik van zijn leven. Want alles in de kamer, waaruit moeder en dochter verdwenen waren, was een en al ijs geworden. En midden in de kamer stonden moeder en dochter als levenloze ijsblokken.
Moeder en dochter waren heksen geweest en het slachtoffer geworden van een fout van de jongen, die het flesje door de deur in plaats van door het venster naar buiten had gegooid.
In Balen, een dorpje in België, woonde vroeger een boerenzoon, die erg verliefd was op een knappe boerendochter. Het is dan ook niet te verwonderen, dat de jongen vaak bij het meisje aan huis kwam. Het meisje, dat erg verliefd was op de jongen, vond dit natuurlijk heerlijk. En omdat ook de moeder van het meisje de jongen goed lijden mocht, had de jongen er steeds een goed onthaal. Behalve op woensdagen en vrijdagen, dan mocht hij er niet komen.
De eerste weken hield de jongen zich wel aan de afspraak hoewel hij steeds nieuwsgieriger werd naar de oorzaak van dit verbod. En op een vrijdag trok hij de stoute schoenen aan en sloop stiekem het huis waar het meisje woonde, binnen en verborg zich achter een keukenkast.
Rond een uur of tien in de avond zag hij de deur opengaan en moeder en dochter binnenkomen. Ze gingen aan de keukentafel zitten en bespraken met elkaar welke omgeving ze deze nacht eens onveilig zouden maken. Tijdens het praten nam de moeder een flesje uit de muurkast en ging met haar dochter naar de huiskamer. Ze lieten echter de deur op een kier openstaan, zodat de jongen precis kon zien wat er verder gebeurde, Hij zag hoe de beide vrouwen elkaar met de inhoud van het flesje inwreven. Daarna gooiden zij het flesje door het venster naar buiten. Toen sloeg de deur door een windstoot dicht en kon de jongen helaas niet meer zien wat er verder gebeurde.
Toen de verliefde boerenzoon van de eerste verwondering bekomen was, zei hij tot zichzelf: ‘Wat zij van plan zijn weet ik niet, maar ik ga het ook eens proberen.’ Hij nam ook zo’n flesje uit de muurkast en begon zich daarmee in te smeren. Daarna gooide hij het flesje naar buiten, echter niet door het venster, zoals de moeder gedaan had, maar door de keukendeur. Hoewel hij snel de deur dichttrok, bleef toch zijn vinger als vastgevroren aan de deurklink zitten. En wat de vrijer ook probeerde, hij kon niet loskomen.
Pas de volgende morgen, toen het licht begon te worden, kon hij zijn vinger van de deurklink losmaken. Toen hij daarna de kamerdeur openmaakte, kreeg hij de schrik van zijn leven. Want alles in de kamer, waaruit moeder en dochter verdwenen waren, was een en al ijs geworden. En midden in de kamer stonden moeder en dochter als levenloze ijsblokken.
Moeder en dochter waren heksen geweest en het slachtoffer geworden van een fout van de jongen, die het flesje door de deur in plaats van door het venster naar buiten had gegooid.
Beschrijving
Jongen die twee dagen per week niet naar het huis mag komen van het meisje waar hij verliefd op is, gaat uit nieuwsgierigheid toch. Hij ziet hoe moeder en dochter zich insmeren met de inhoud van een flesje dat daarop uit het raam wordt gegooid. Hij ziet niet wat er verder gebeurt. De jongen smeert zich ook in, maar gooit het flesje door de deur. Hij blijft vastzitten aan de klink tot de volgende ochtend. Door de fout van de jongen is in de kamer alles ijs geworden, ook beide vrouwen.
Bron
B. Janssen: Het Dansmeisje en De Lindepater - Sagen en legenden uit Kempen, Meierij en Peel. Maasbree 1978, p. 45-46.
Commentaar
1978
Naam Locatie in Tekst
Balen   
België   
Plaats van Handelen
Balen (BeAnt)   
Kloekenummer in tekst
K277p   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20
