Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

BJANSS134 - Het verdwenen kasteel

Een sage (boek), 1978

635641_a realistic color photograph of female goblins doi_xl-1024-v1-0.png

Hoofdtekst

Onderstaand verhaal moet lang geleden gebeurd zijn in het dorpje Bakel. Er wordt van Bakel wel meer verteld, maar dit moet toch waar gebeurd zijn.
Het was een mooie zomermorgen. De dag was nauwelijks begonnen en de zon was nog maar half te zien. Maar ondanks de vroegte stonden toch alle mensen van het dorpje Bakel met grote ogen van verbazing en zonder een enkele klank uit te brengen op straat. Toen ze eindelijk van de eerste grote schok bekomen waren, vertelden ze tegen ieder die het maar horen wilde van het grote wonder dat zij aanschouwd hadden.
'Gisteren, toen we van het Lof kwamen, zijn we er nog voorbij gelopen en was er niets te zien dan een verlaten stuk land, en nu, deze morgen, zowaar als we hier staan, staat er een groot kasteel. En wat voor kasteel, er zit geen enkel venster in!'
Ze vertelden het verhaal niet alleen onder elkaar, maar ze gingen ook de naburige dorpen af om van het wonder te vertellen. Het werd natuurlijk steeds meer aangedikt, er kwamen spoken en geesten aan te pas. Alle omliggende dorpen van Bakel liepen uit om het wonder te zien. Maar er was niets te zien, alleen het kasteel zonder vensters. Het kasteel verdween niet meer, het bleef er staan, weken en weken. De bewoners van Bakel en de omliggende dorpen begonnen eraan gewend te raken en tenslotte keken ze er niet meer naar. Hoewel, als ze 's avonds voorbij het kasteel moesten, waren ze toch wel een beetje bang en liepen er met een grote boog omheen.
Toen, enkele weken later, werd de oude weduwe van Sooi Moerman ziek. Ernstig ziek zelfs. En nog wel juist de dag vóór ze de grote was wilde doen. Alles had ze reeds netjes gesorteerd en in manden gedaan. Ze had nog naar haar getrouwde dochter willen gaan om te vragen of zij de was wilde komen doen, maar ze was er te ziek voor. 's Avonds ging ze naar bed, in de hoop dat ze de volgende dag beter zou zijn.
Maar de volgende dag was ze helemaal nog niet beter, ze was zieker dan ooit. Ze besloot nog maar wat te blijven liggen.
Toen de dochter tegen de middag naar haar moeder kwam kijken, zag ze tot haar grote verwondering dat de was al helemaal gedaan was. Netjes gewassen, gestreken en gevouwen. Toen ze haar moeder in bed zag liggen, zei ze: 'Heb je nu toch de was gedaan?'
Maar de weduwe van Sooi Moerman schudde haar hoofd. 'Ik ben te ziek,' zei ze.
'Maar de was is kant en klaar,' zei de dochter. 'Dan moeten de kaboutertjes het gedaan hebben,' stelde ze vast.
En zo was het ook. Als een lopend vuurtje ging het wonder door het dorp en weldra zette iedereen 's avonds de was voor de deur om hem de volgende morgen netjes gesteven en gestreken weer binnen te halen. Alle vrouwen profiteerden van het nijvere kaboutervolkje.
Nu woonde er in Bakel een zeer nieuwsgierige vrouw, die alles wat er in het dorp gebeurde in de gaten hield. Ze was dan ook van alles op de hoogte. Op een avond had ze ook haar vuil goed voor de deur gezet en kroop daarna in de stal om te zien wat er gebeuren zou.
De torenklok sloeg twaalf uur. Alle inwoners van Bakel waren in diepe rust. Behalve de nieuwsgierige vrouw, die lag in de stal en tuurde met grote ogen naar buiten. Plotseling zag ze in het licht van de maan wel twintig kleine vrouwtjes haar wasmand oppakken en ermee weghollen, in de richting van het geheimzinnige kasteel. Precies een uur later kwamen ze terug en zetten de mand weer op zijn plaats.
De vrouw was niet alleen erg nieuwsgierig, maar ook los van tong. En zo wist iedereen de volgende morgen wat ze gezien had. Iedereen sprak erover en wilde de kleine wezentjes wel eens zien.
En op een nacht stonden niet alleen alle wasmanden buiten, maar zaten er ook overal mensen verscholen om te zien wat er gebeuren ging.
Maar er gebeurde niets, geen kaboutervrouwtje liet zich zien. De volgende morgen stonden de wasmanden er nog precies zoals ze de vorige avond neergezet waren.
Maar het kasteel was verdwenen, niets was er meer van over. En ook de kaboutervrouwtjes zijn in Bakel nooit meer gezien. Zo werden de mensen in Bakel gestraft voor hun al te grote nieuwsgierigheid.

Onderwerp

SINSAG 0051 - Zwerge bauen einen Turm    SINSAG 0051 - Zwerge bauen einen Turm   

Beschrijving

Op een dag verschijnt er spontaan een kasteel zonder vensters in Bakel. De bewoners raken eraan gewend. Dan wordt de weduwe van Sooi Moerman ziek en daardoor kan ze haar was niet doen. Toch is haar was gedaan als haar dochter de volgende dag langskomt. Dit hebben de kaboutertjes gedaan. Een heel nieuwsgierige vrouw wil dat met eigen ogen zien gebeuren en ziet kaboutervrouwtjes haar was ophalen en terugbrengen. Ze vertelt dit rond in het hele dorp en iedereen wil de kaboutertjes zien. Hiervoor wordt het dorp gestraft. Het kasteel verdwijnt weer, en daarmee ook de kabouterhulp.

Bron

B. Janssen: Het Dansmeisje en De Lindepater – Sagen en legenden uit Kempen, Meierij en Peel. Maasbree 1978, p.155-156.

Commentaar

1978
Zwerge bauen einen Turm. & SINSAG 0065 Zwerge wollen nicht belauert werden.

Naam Overig in Tekst

Sooi Moerman    Sooi Moerman   

Naam Locatie in Tekst

Bakel    Bakel   

Lof    Lof   

Plaats van Handelen

Bakel (Noord-Brabant)    Bakel (Noord-Brabant)   

Kloekenummer in tekst

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:20