Hoofdtekst
Jan Hurkmans te Bergeik, die sinds eene reeks van jaren altijd gedienstig is om het vee van verschillende kwalen en ongemakken te genezen en die vooral om deze reden gedurig dag en nacht op weg is, verklaart altijd nooit zoo ontsteld te zijn geweest, dan toen hij op zekeren avond ten 9 uren, omstreeks het jaar 1840 van de Broekstraat naar het Hof terugkeerde. In de zoogenaamde Hoolstraat gekomen, hoorde hij een zeer vreemdsoortig stenen en hijgen, op den weg dien hij gaan moest, waarom hij in de hegge op den wal eenen knuppel afsneed. Hiermede gewapend, durfde J. Hurkmans evenwel het wezen, hetwelk naar zijn vermoeden een verveerlijk spook moest zijn, omdat het zulk angstig geluid had doen hooren, nog niet te gemoet gaan. Hij verliet den weg en stapte heel benauwd door de hegge over den tegenaanliggende akker, waar het kerkpad begint, zuidwaarts den vanouds genaamden Schansenakker. Tot zijne verbazing, kwam Hurkmans juist bij het spook uit, hetwelk hij vermeende door zijn gemaakten omweg ontgaan te hebben. Er lag op eerstgenoemd akkerland een ijselijk stenend en hijgend wangedrocht, ter grootte van een peerd, zonder kop en pooten. Op dit gezicht zet het Hurkmans op een lopen en komt, meer dood dan levend, in de toenmalige herberg het Hof van Holland aan, waar hij eenen borrel dronk en uitrustte, totdat hij van zijne ontsteltenis eenigszins bekomen was. Maar er verliepen wel zeven jaar, alvorens hij het waagde weder langs deze plaats te gaan, waar, volgens zijn beweren, ook vele andere personen eene vreemdsoortige ontmoeting hadden
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Bron
Motief
E423.1.3.3 - Revenant as headless horse.   
Commentaar
OV IV: 190, BB: 420- 421. Bewerking: Sinninghe 1933: 79-80 (no. 110), 1964: 79-80; Biemans 1973: 52. S.S333.39.
2. De archeologie van het vertellen. Verhalen uit de Kempen
Opgetekend, verzameld en bewerkt door Petrus Norbertus Panken. Panken werd geboren te Duizel op 6 september 1819. Hij was vanaf 1840 tot 1863 onderwijzer te Westerhoven en na zijn pensionering brievenbesteller te Bergeik, waar hij op 20 juli 1904 overleed. Hij was een pionier op het gebied van de Noordbrabantse archeologie, daartoe o.a. geïnspireerd door C.R. Hermans (zie Biemans 1977). Een uitgebreide biografie van hem werd geschreven door Hein Mandos (1971). Zijn verhalen werden gepubliceerd in het Tijdschrift voor Noordbrabantsche Geschiedenis, Taal- en Letterkunde (TNG) I (okt. 1883 -okt. 1884) II (okt. 1884-okt. 1885), III (okt. 1885-okt. 1886) en in Ons Volksleven (OV) IV (1892), V (1893). Van de publicaties uit Ons Volksleven verscheen in 1893 een overdruk. Zijn Bergeikse verhalen verschenen bovendien in de Beschrijving van Bergeik (BB), dat hij samen met A.F.O. van Sasse van Ysselt schreef (1900).
Zijn handschriften, waaronder een Autobiografie of Eigen Levensbeschrijving en een dagboek zijn te raadplegen in het streekmuseum Eicha te Bergeik.
Naam Overig in Tekst
Jan Hurkmans   
J. Hurkmans   
Schansenakker   
Hurkmans   
Hof van Holland   
Naam Locatie in Tekst
Bergeik   
Broekstraat   
Hof   
Hoolstraat   
Plaats van Handelen
Bergeik (Noord-Brabant)   
Kloekenummer in tekst
L279p