Hoofdtekst
Geheimzinnige branden:
Ik rookte vroeger veel. In die tijd had men nog “zjwègelstekke” of lucifers met zwavel, die men op een manchesterbroek kon aanstrijken. Op een avond, dat ik te bed lag, zag ik opeens overal vuur om mij heen. De bedsprei en mijn handen waren als met vonken bedekt. Verschrikt maakte ik het gewoontegebaar, dat men in zo’n geval wel altijd zal maken, n.l. in mijn handen wrijven, en proberen, alles uit te strijken. Het werd nog erger daardoor, en opeens besefte ik, dat het van de lucifers kwam.
Ik rookte vroeger veel. In die tijd had men nog “zjwègelstekke” of lucifers met zwavel, die men op een manchesterbroek kon aanstrijken. Op een avond, dat ik te bed lag, zag ik opeens overal vuur om mij heen. De bedsprei en mijn handen waren als met vonken bedekt. Verschrikt maakte ik het gewoontegebaar, dat men in zo’n geval wel altijd zal maken, n.l. in mijn handen wrijven, en proberen, alles uit te strijken. Het werd nog erger daardoor, en opeens besefte ik, dat het van de lucifers kwam.
Beschrijving
In bed liggend ziet een man vuur om zich heen. Hij probeert het vuur te doven door in zijn handen te wrijven, maar daardoor wordt het erger. Hij bedenkt dat het komt door de lucifers met zwavel.
Bron
Collectie Engels, verslag 7, verhaal 4 (Archief Meertens Instituut)
Plaats van Handelen
Baarlo   
Kloekenummer in tekst
L295p