Hoofdtekst
Het is zeer af te raden uit eene sloot te drinken, omdat men, dit doende, kiemen of eitjes van waterdiertjes kan inslikken. Het is wel eens voorgekomen, dat een mensch op die manier een levend vischje of een levenden kikvorsch in de maag had gekregen. Zoo iemand is nooit te verzadigen met drinken en moet het ten slotte besterven.
Beschrijving
Het is zeer af te raden uit een sloot te drinken, omdat men, dit doende, kiemen of eitjes van waterdiertjes kan inslikken. Het is wel eens voorgekomen, dat een mens op die manier een levend visje of een levende kikvors in de maag had gekregen. Zo iemand is nooit te verzadigen met drinken en sterft ten slotte.
Bron
Waling Dykstra: Uit Friesland's volksleven van vroeger en later: volksoverleveringen, volksgebruiken, volksvertellingen, volksbegrippen. Leeuwarden [1896], deel 2, p. 276.