Hoofdtekst
De betoverde karn, ja, dat was bij een boer* daar diende m'n moeder. "Ik zal dat kreng wel krijge!", zee die boer. Hij nam een geweer, een dubbeltie d'r op en in de karn geschote. Bij een ander beurde ok zo iets. Die nam een gloeiende pook en die heb die in de karn gestoke. Maar diegene, die 'm betoverd had, die kreeg brandwonde.
Beschrijving
De betoverde karn, ja, dat was bij een boer daar diende mijn moeder. "Ik zal dat kreng wel krijgen!", zei die boer. Hij nam een geweer, een dubbeltie erop en in de karn geschoten. Bij een ander gebeurde ook zoiets. Die nam een gloeiende pook en die heb die in de karn gestoken. Maar diegene, die hem betoverd had, die kreeg brandwonden.
Bron
Kooijman, Henk: Volksverhalen uit het grensgebied van Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam 1988. p. 105-106
Commentaar
*in Langerak