Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

KOOIJMAN0594

Een sage (mondeling), vrijdag 28 december 1962

Hoofdtekst

Ik heb hier* op de hofstee vroeger een kerel as daggelder gehad en die vertelde me een pracht verhaal. "As jonge, hè", zegt ie, "toen ging ik bij een meissie vrije, we zitte in de koestal en toen zegt dat meissie tegen d'm, "Wil je wat lere?" "Ik wil altijd wel ietewat lere!" zegt die. "Nou", zegt ie, en ik zat op een kist en d'r kwam gewoon een kameel voor m'n oge, met een kleed d'r over. Toen moest die jonge zegge: "Ik zal van God afzien en de duivel anhange". Maar toen ging die naar huis toe. "Maar onderweg naar huis toe", hij zegt, "ik heb nog nooit zukke spektakels gezien, katte, honde, anderand gedierte". Maar as tie z'n mes uit z'n zak haalde en over de dijk schrapte dan was 't weer weg. Maar hij kon z'n voete bij tije haast niet verzette.

Beschrijving

Ik heb vroeger een kerel als daggelder gehad en die vertelde me een mooi verhaal. "Als jongen, hè", zegt die, "toen ging ik bij een meisje vrijen, we zitten in de stal en toen zegt dat meisje tegen hem, "Wil je wat leren?" "Ik wil altijd wel wat leren!" zegt die. "Nou", zegt ie, en ik zat op een kist en er kwam gewoon een kameel voor mijn ogen met een kleed erover. Toen moest die jongen zeggen: "Ik zal van God afzien en de duivel aanhangen". Maar toen ging die naar huis toe. "Maar onderweg naar huis toe", hij zegt, "ik heb nog nooit zulke spektakels gezien, katten, honden, andere gedierte". Maar als die zijn mes uit zijn zak haalde en over de dijk schraapte dan was het weer weg. Maar hij kon zijn voeten bij tijde haast niet verzetten.

Bron

Kooijman, Henk: Volksverhalen uit het grensgebied van Zuid-Holland, Utrecht, Gelderland en Noord-Brabant. Amsterdam 1988. p. 105

Commentaar

*in Nieuw Lekkerland