Beschrijving
(a) Een freule, (a1) landvrouw, (b) die wil weten hoeveel bedelaars altijd ophalen, (b1) van bedelaars hoort dat zij altijd zo slecht behandeld worden, (c) wil de mensen, (c1) haar huurboeren, eens testen. (d) Verkleed als een bedelvrouw gaat ze met wat koopwaar bij hen langs [K1817.1]. Overal wordt ze slecht behandeld, met wat kleingeld of etensresten afgescheept, of weggejaagd en met stenen gegooid. (e) Alleen een oud vrouwtje, (e1) arbeider (van een van haar boeren) onthaalt haar vriendelijk. (f) Van hem hoort ze dat haar boeren hun personeel slecht behandelen. (g) Alle mensen waar ze bij aan de deur geweest is nodigt ze bij zich te eten, (h) als ook de arbeiders van haar boeren. (i) De mensen (boeren) die haar slecht behandeld hebben krijgen op hun bord wat ze haar gegeven (de stenen, die ze haar nagegooid) hebben, (j) en een briefje waar op staat hoe ze haar behandeld hebben, (k) maar die haar vriendelijk ontvangen hebben krijgen een kostelijk maal; (k1) de arbeiders krijgen goed te eten, de boeren krijgen slechts de restanten. (l) Na een preek krijgt iedereen een feestmaal. (m) Ze zet zijn boer, (m1) de boeren, van haar boerderij(en), (n) en geeft deze de arbeider [Q1].
Subgenre
sprookje