Beschrijving
(a) Een jongen, (a1) man, (a2) onderwijzer, (a3) de verteller, zwemt ergens naakt. (b) Als hij zich weer aan wil kleden ontdekt hij een vrouw, (b1) meisje, bij zijn kleren. Hij grijpt een pan, die daar toevallig ligt, houdt hem voor zich, en loopt naar zijn kleren. (c) Zij zit een boek te lezen: Gedachten lezen. (d) Zij zegt (ook) zij kan gedachten lezen: "U denkt dat u bedekt bent, maar er zit geen bodem in de pan."
Subgenre
mop
Literatuur
Wehse 1979 433.