Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

STSAG057

Een broodjeaapverhaal (vragenlijst), 1991

21655559153_3d6c7c7d1a_b.jpg

Hoofdtekst

Ik heb een schoonvader, die veel verhalen vertelt, bijvoorbeeld:
Op een mistige morgen wel ik oet vissen.
De mist was zo dik da'k de fiets der rechtop tegen anzetten kan. Ik gooide de hengel oet maar kon van zelf gien dobber zien. Ik vuulde beet, haal de hengel op en wat dachten y. De pier zat zo plat as een dubbeldie om de haak. Ik begreep der niks van. Een toerkie later, doe de mist een beetie optrök, weur het mij helder. Ik zat niet an 't kanaal te vissen, maar an 't fietspad en een fiets hai mij de pier platreden.

Beschrijving

Het is heel erg mistig als een man gaat vissen. Hij gooit zijn hengel uit en voelt even later dat hij beet heeft. Als hij ophaalt, blijkt zijn pier plat te zijn. Als de mist wat optrekt, begrijpt hij het: hij zat niet in het kanaal te vissen, maar op het fietspad, en er was een fiets over zijn haak heengereden.

Bron

Vragenlijst no. 62 (1991) Meertens Instituut, Volkskunde, vraag 3, formulier

Commentaar

1991
L.H. Jeurink-Hofsteenge heeft verhaal gehoord van schoonvader.

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:22