Hoofdtekst
Er was een vrouw, die pannekoeken wilde bakken, maar geen meel in huis had, dat ze daarom bij haar buurvrouw ging halen.
"Dag," zei ze, "vrouw," zei ze, "mijn," zei ze, "man," zei ze, "zal," zei ze, "wel," zei ze, "betalen," zei ze.
Toen ging ze aan het bakken.
Maar terwijl ze bezig was, kwam er een kat bij haar, die een gouden ring aan den poot had. Dat vertrouwde ze niet; want menschen dragen ringen, maar katten niet. Ze pakte het beest dus beet, sneed zijn poot af en gooide dien in de kokende olie. Den volgenden dag vroeg ze hoe het met haar buurvrouw was. Die lag ziek te bed met een zeere hand en brandwonden.
(C. Bakker: `Geesten- en heksengeloof in Noord-Holland boven het IJ', in: De Gids 1922, p.102.)
"Dag," zei ze, "vrouw," zei ze, "mijn," zei ze, "man," zei ze, "zal," zei ze, "wel," zei ze, "betalen," zei ze.
Toen ging ze aan het bakken.
Maar terwijl ze bezig was, kwam er een kat bij haar, die een gouden ring aan den poot had. Dat vertrouwde ze niet; want menschen dragen ringen, maar katten niet. Ze pakte het beest dus beet, sneed zijn poot af en gooide dien in de kokende olie. Den volgenden dag vroeg ze hoe het met haar buurvrouw was. Die lag ziek te bed met een zeere hand en brandwonden.
(C. Bakker: `Geesten- en heksengeloof in Noord-Holland boven het IJ', in: De Gids 1922, p.102.)
Onderwerp
SINSAG 0621 - Die Frau backt Kuchen   
Beschrijving
Met de belofte dat haar man later zal betalen leent een vrouw meel bij haar buurvrouw. Bij het bakken komt een kat met een gouden ring om de poot bij haar staan. Dat vertrouwt ze niet, waarop ze de poot afsnijdt en in de kokende olie gooit. De volgende dag blijkt de buurvrouw een zere hand en brandwonden te hebben.
Bron
C. Bakker: `Geesten- en heksengeloof in Noord-Holland boven het IJ', in: De Gids 1922, p.102.
Commentaar
1922
Zie CBAK0141.
Die Frau backt Kuchen
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20