Hoofdtekst
De boer en de knecht
Er was eens een boer, die meer geld had dan zijn buren en daarom rijk werd genoemd. Hij had een oude knecht en 's avonds zaten ze alleen aan tafel, en zwegen. Wat moesten ze elkaar vertellen? Ze hadden hun dagelijks werk en anders niets, en de nacht was er om krachten op te doen voor de volgende dag.
Op een dag ging de boer op reis. Hij zei tegen niemand waar hij naar toe moest en ook niet wanneer hij terugkwam. De knecht vertelde het de buurman, en dat ongewone bericht deed al gauw de ronde, want toentertijd ging men in die streek niet ver van huis.
Het gerucht verspreidde zich dat het de boer om een erfenis was te doen en dat het nog wel lange tijd zou duren voor hij terugkeerde.
De knecht werkte voor twee. Hij kocht een zondags pak, een zilveren horloge met dikke zilveren ketting, en ook een lange pijp van meerschuim. Verder kreeg het paard een tuig met bellen.
Toen er al lange tijd was verstreken en de boer nog niet was teruggekeerd, kwam een van de buren eens horen waar hij precies was heengegaan. Maar hoe kon de knecht dat weten? Met een stuurs gezicht ontving hij de gast. De knecht mocht van de boer niks uit zijn voorraad aanbieden, dus zat de buurman op een droogje.
Langzamerhand vergat men de boer. Iedereen had al zorgen genoeg en bovendien nam met de jaren een nieuw geslacht het heft in handen. En die wisten niet beter of de man die de grond bebouwde, hoorde bij de grond.
De knecht, die nooit meester zou worden, sleet zijn dagen in stilte en eenzaamheid. De dood greep ook hem en hij ging met ere onder de aarde.
Geld vond men niet op de boerderij, nog geen stuiver.
Op een kille avond, niet lang daarna, zag een oude boer uit de veenplas aan de rand van het dorp een nevel opstijgen. Hij herkende de knecht. Een tweede nevel volgde hem. Het was de boer die op reis was gegaan.
De dorpelingen hebben de verschijningen nog vaak gezien. De geest van de knecht kreeg geen rust vanwege de moord die hij had begaan.
(Overijssel)
Er was eens een boer, die meer geld had dan zijn buren en daarom rijk werd genoemd. Hij had een oude knecht en 's avonds zaten ze alleen aan tafel, en zwegen. Wat moesten ze elkaar vertellen? Ze hadden hun dagelijks werk en anders niets, en de nacht was er om krachten op te doen voor de volgende dag.
Op een dag ging de boer op reis. Hij zei tegen niemand waar hij naar toe moest en ook niet wanneer hij terugkwam. De knecht vertelde het de buurman, en dat ongewone bericht deed al gauw de ronde, want toentertijd ging men in die streek niet ver van huis.
Het gerucht verspreidde zich dat het de boer om een erfenis was te doen en dat het nog wel lange tijd zou duren voor hij terugkeerde.
De knecht werkte voor twee. Hij kocht een zondags pak, een zilveren horloge met dikke zilveren ketting, en ook een lange pijp van meerschuim. Verder kreeg het paard een tuig met bellen.
Toen er al lange tijd was verstreken en de boer nog niet was teruggekeerd, kwam een van de buren eens horen waar hij precies was heengegaan. Maar hoe kon de knecht dat weten? Met een stuurs gezicht ontving hij de gast. De knecht mocht van de boer niks uit zijn voorraad aanbieden, dus zat de buurman op een droogje.
Langzamerhand vergat men de boer. Iedereen had al zorgen genoeg en bovendien nam met de jaren een nieuw geslacht het heft in handen. En die wisten niet beter of de man die de grond bebouwde, hoorde bij de grond.
De knecht, die nooit meester zou worden, sleet zijn dagen in stilte en eenzaamheid. De dood greep ook hem en hij ging met ere onder de aarde.
Geld vond men niet op de boerderij, nog geen stuiver.
Op een kille avond, niet lang daarna, zag een oude boer uit de veenplas aan de rand van het dorp een nevel opstijgen. Hij herkende de knecht. Een tweede nevel volgde hem. Het was de boer die op reis was gegaan.
De dorpelingen hebben de verschijningen nog vaak gezien. De geest van de knecht kreeg geen rust vanwege de moord die hij had begaan.
(Overijssel)
Beschrijving
Wanneer de boer op reis gaat neemt de knecht het er van. Het gerucht gaat dat het de boer om een erfenis te doen is en dat het nog lang duurt voor hij terugkeert. Als de tijd verstrijkt, vergeet men de boer. De knecht sterft en men gaat op de boerderij kijken. Daar vindt men echter geen geld.
Uit een veenplas komen twee nevels te voorschijn, waarin de boer en de knecht te herkennen zijn. De geest van de knecht krijgt geen rust vanwege de moord die hij heeft begaan.
Uit een veenplas komen twee nevels te voorschijn, waarin de boer en de knecht te herkennen zijn. De geest van de knecht krijgt geen rust vanwege de moord die hij heeft begaan.
Bron
E. de Jong & P. Klaasse: Sagen en Legenden van de Lage Landen. Bussum 1980, p. 115
Commentaar
1980
Bron: E. de Jong & H. Sleutelaar: Sprookjes van de Lage Landen, Amsterdam 1972, p. 77
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20