Hoofdtekst
KANNETJE VOL
Er was eens een arme weduwe, zo arm was ze dat ze haar laatste stuiver had uitgegeven. Ze had daar eten voor gekocht en toen dat op was, knapte ze haar boeltje wat op, waste het enige kannetje dat ze nog had af en zette het buiten de deur om in de zon te drogen. Toen sloot ze de onderdeur, en daarna de bovendeur en dacht: Wat moet er nou van me worden?
Maar terwijl ze zo zat te denken over haar armoe was het kannetje aan het rollen gegaan, en het rolde zo lang voort tot het bij een slager kwam. Juist stond daar een vrouw, die soepvlees gekocht had en niets had meegebracht om het in te doen. Zij zag het lege kannetje en dacht:
Wel, dat is juist geschikt om er het vlees in te doen.
Zodra echter voelde het kannetje dat het gevuld was, of het rolde weg. Voordat men het pakken kon, was het de winkel al uit en uit het gezicht verdwenen en het rolde naar huis terug.
Toen bonsde het kannetje tegen de deur.
De vrouw riep: "Wie is daar?"
En het kannetje antwoordde: "Kannetje vol, voel maar eens in mijn holle bolle buikje."De vrouw deed de deur open en kijk: daar vond ze het lekkere soepvlees. De volgende dag ging het net zo. Nadat het oude vrouwtje haar soep had gegeten en het kannetje had afgewassen, zette ze het weer buiten de deur om te drogen. Het kannetje ging nu ook weer aan de haal. Het rolde net zo lang tot het bij een kruidenier kwam. Daar was iemand die koffie en suikerklontjes kocht en de kruidenier deed haar boodschappen bij vergissing in het kannetje. Onmiddellijk rolde het kannetje weg en maakte gauw dat het weer thuiskwam. Daar bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?"
"Kannetje vol, voel maar eens in mijn holle bolle buikje."
En zowaar, daar vond het vrouwtje koffie en suiker.De derde dag ging het kannetje naar de groentemarkt en het duurde niet lang of het voelde weer dat het gevuld was. Toen rolde het terug op huis aan. Weer bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?" riep het vrouwtje.
"Kannetje vol. Voel maar eens in mijn holle, bolle buikje," was het antwoord, en toen zag de vrouw dat haar kannetje vol met lekkere verse boontjes was.
Dat vond het vrouwtje natuurlijk heel prettig en de volgende dag zette ze het kannetje weer buiten de deur. En jawel, daar ging het kannetje aan het rollen en het rolde naar de veemarkt. Daar had juist een boer zijn koe verkocht en hij wist niet zo gauw waar hij het geld, dat hij ontvangen had, op zou bergen. Toen hij het kannetje zag, bedacht hij zich geen ogenblik. Daar kan ik het mooi indoen, dacht hij en voegde de daad bij het woord. Nauwelijks echter voelde het kannetje dat het gevuld was of het rolde weg, heel, heel vlug, weer naar huis terug.Daar bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?" werd er weer geroepen.
"Kannetje vol. Voel maar eens in mijn holle, bolle buikje."
Dat deed het vrouwtje en zowaar, het kannetje was met geld gevuld. Geen wonder dat die arme vrouw dolblij was.
Zij bedacht zich toen: waarom zou ik tot morgen wachten om het kannetje uit te sturen; misschien kan het nog een vrachtje halen. Ze zette het kannetje dus weer buiten de deur. En zowaar, het kannetje ging weer aan het rollen en opnieuw rolde het naar de veemarkt.Nu wilde het toeval dat daar juist een koe wat moest doen en die grote koeienvla kwam in het kannetje terecht. Nauwelijks voelde het kannetje dat het gevuld was, of het rolde naar huis terug. Daar bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?" riep het vrouwtje.
"Kannetje vol. Voel maar eens in mijn holle, bolle buikje."
Het vrouwtje dacht: wat zal het nu wel wezen?
En ze stak begerig haar hand in het kannetje. Maar toen ze merkte wat erin zat, werd ze zo kwaad, dat ze het kannetje op de straat in stukken smeet.
Zo raakte ze haar kannetje kwijt, maar ze had nu geld genoeg om van te leven en als ze niet gestorven is, leeft ze nog.
(Overijssel)
Er was eens een arme weduwe, zo arm was ze dat ze haar laatste stuiver had uitgegeven. Ze had daar eten voor gekocht en toen dat op was, knapte ze haar boeltje wat op, waste het enige kannetje dat ze nog had af en zette het buiten de deur om in de zon te drogen. Toen sloot ze de onderdeur, en daarna de bovendeur en dacht: Wat moet er nou van me worden?
Maar terwijl ze zo zat te denken over haar armoe was het kannetje aan het rollen gegaan, en het rolde zo lang voort tot het bij een slager kwam. Juist stond daar een vrouw, die soepvlees gekocht had en niets had meegebracht om het in te doen. Zij zag het lege kannetje en dacht:
Wel, dat is juist geschikt om er het vlees in te doen.
Zodra echter voelde het kannetje dat het gevuld was, of het rolde weg. Voordat men het pakken kon, was het de winkel al uit en uit het gezicht verdwenen en het rolde naar huis terug.
Toen bonsde het kannetje tegen de deur.
De vrouw riep: "Wie is daar?"
En het kannetje antwoordde: "Kannetje vol, voel maar eens in mijn holle bolle buikje."De vrouw deed de deur open en kijk: daar vond ze het lekkere soepvlees. De volgende dag ging het net zo. Nadat het oude vrouwtje haar soep had gegeten en het kannetje had afgewassen, zette ze het weer buiten de deur om te drogen. Het kannetje ging nu ook weer aan de haal. Het rolde net zo lang tot het bij een kruidenier kwam. Daar was iemand die koffie en suikerklontjes kocht en de kruidenier deed haar boodschappen bij vergissing in het kannetje. Onmiddellijk rolde het kannetje weg en maakte gauw dat het weer thuiskwam. Daar bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?"
"Kannetje vol, voel maar eens in mijn holle bolle buikje."
En zowaar, daar vond het vrouwtje koffie en suiker.De derde dag ging het kannetje naar de groentemarkt en het duurde niet lang of het voelde weer dat het gevuld was. Toen rolde het terug op huis aan. Weer bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?" riep het vrouwtje.
"Kannetje vol. Voel maar eens in mijn holle, bolle buikje," was het antwoord, en toen zag de vrouw dat haar kannetje vol met lekkere verse boontjes was.
Dat vond het vrouwtje natuurlijk heel prettig en de volgende dag zette ze het kannetje weer buiten de deur. En jawel, daar ging het kannetje aan het rollen en het rolde naar de veemarkt. Daar had juist een boer zijn koe verkocht en hij wist niet zo gauw waar hij het geld, dat hij ontvangen had, op zou bergen. Toen hij het kannetje zag, bedacht hij zich geen ogenblik. Daar kan ik het mooi indoen, dacht hij en voegde de daad bij het woord. Nauwelijks echter voelde het kannetje dat het gevuld was of het rolde weg, heel, heel vlug, weer naar huis terug.Daar bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?" werd er weer geroepen.
"Kannetje vol. Voel maar eens in mijn holle, bolle buikje."
Dat deed het vrouwtje en zowaar, het kannetje was met geld gevuld. Geen wonder dat die arme vrouw dolblij was.
Zij bedacht zich toen: waarom zou ik tot morgen wachten om het kannetje uit te sturen; misschien kan het nog een vrachtje halen. Ze zette het kannetje dus weer buiten de deur. En zowaar, het kannetje ging weer aan het rollen en opnieuw rolde het naar de veemarkt.Nu wilde het toeval dat daar juist een koe wat moest doen en die grote koeienvla kwam in het kannetje terecht. Nauwelijks voelde het kannetje dat het gevuld was, of het rolde naar huis terug. Daar bonsde het tegen de deur.
"Wie is daar?" riep het vrouwtje.
"Kannetje vol. Voel maar eens in mijn holle, bolle buikje."
Het vrouwtje dacht: wat zal het nu wel wezen?
En ze stak begerig haar hand in het kannetje. Maar toen ze merkte wat erin zat, werd ze zo kwaad, dat ze het kannetje op de straat in stukken smeet.
Zo raakte ze haar kannetje kwijt, maar ze had nu geld genoeg om van te leven en als ze niet gestorven is, leeft ze nog.
(Overijssel)
Onderwerp
AT 0591 - The Thieving Pot   
ATU 0591   
Beschrijving
Een arme weduwe heeft net haar laatste geld uitgegeven en bezit nog slechts een oud kannetje dat ze buiten de deur neerzet. Het kannetje begint te rollen en komt bij de slager. Een vrouw pakt het op en vult het met vlees. Het kannetje rolt, nu het gevuld is, weer terug naar huis. De weduwe heeft weer te eten. Ze zet het kannetje voor de tweede keer buiten en hetzelfde gebeurt bij de kruidenier en de groenteboer. Eenmaal rolt het kannetje naar de veemarkt waar het gevuld wordt met geld. De weduwe wordt nu hebzuchtig en stuurt het kannetje er wederom op uit. Als het gevuld wordt met koeienvla, gooit ze het weg.
Bron
J.R.W. Sinninghe: Volkssprookjes uit Nederland en Vlaanderen. Den Haag 1978, p. 31-32
Motief
D1171.1 - Magic pot.   
D1605.1 - Magic thieving pot.   
Commentaar
The Thieving Pot
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20