Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

ROODKAPJE046 - Roodkapje

Een sprookje (boek), 1987

Hoofdtekst

“Roodkapje, kom eens!” Het meisje in de tuin antwoordde: “Wat is er, Moeder ?” “Wil je naar Grootmoeder gaan ?” Het meisje wilde dat graag. Het was al lang geleden dat ze bij Grootmoeder geweest was. Moeder zei: “Grootmoeder is ziek. Ik heb hier een mandje. Daar zit wat lekkers in. Breng dat naar haar toe !” “Wat zit er dan in die mand?” vroeg Roodkapje. “Een stuk kaas, vlees, vruchtentaart en ook een pot jam.” Het meisje trok haar rode manteltje aan. Ze zette ook haar rode kapje op. Dat droeg ze veel. Daarom noemde iedereen haar Roodkapje. Daar stond ze al klaar. Moeder waarschuwde: “Flink doorstappen en niet het bos inlopen! Blijf op het pad en kijk uit voor de boze wolf in het bos !” Roodkapje vroeg: “Weet u niet, dat de dieren in het bos mijn vriendjes zijn ?” Moeder zei toen weer: “De wolf mag je niet vertrouwen.” “Hij doet heel lief en aardig. Maar je moet niet naar hem luisteren. Hij wil je kwaad doen." Roodkapje kon dat niet geloven.
Blij ging Roodkapje op weg naar Grootmoeder. Ze zong een leuk liedje. Ze stapte flink door. Daar zag ze een konijntje. Dat vroeg: "Waar ga je heen ?" Roodkapje zei: "lk ga naar Grootmoeder. Ze woont in het bos !" "Pas maar op voor de wolf!" zei het konijn. Even verder kwamen ze een ander vriendje . tegen. Het was een vogeltje. Roodkapje zei: “Ik ga naar Grootmoeder. Vlieg je mee?" Dat wilde het vogeltje wel. Het vogeltje piepte: “We moeten oppassen voor de boze wolf. Die eet iedereen op !" Roodkapje lachte zorgeloos. Ze zei tegen haar vriendjes: “Ik denk dat jullie het erger maken dan het is."


Toen zag ze in het bos een plekje waar veel bloemen bloeiden. Ze ging erheen en begon de mooiste bloemen te plukken. Daar gleed een schim tussen de bomen vandaan. Het vogeltje en het konijntje maakten dat ze weg kwamen. Want die schim was de wolf. Roodkapje plukte door. De wolf kwam dichterbij. Roodkapje keek op. De wolf dacht: “Dat is een lekker hapje!” De wolf zei: "Dag, lief kind, hoe heet jij?” “lk heet Roodkapje. Ben jij de wolf?” "Ja, lief kind, ik ben de wolf.” Roodkapje zei weer: "Dit is de eerste keer dat ik een echte wolf zie.” De wolf dacht: "Dat zal ook de laatste keer zijn. Dadelijk eet ik je op !” Maar hij zei: "Kan ik iets voor je doen ?” “Ja, help me maar bloemen plukken,” sprak Roodkapje. Toen werd de wolf kwaad. Hij rolde met zijn ogen. Zijn nekharen stonden rechtop. “Weet je wat wolven graag doen ?” gromde hij. “Nee, wat dan ?” vroeg Roodkapje weer. “Ze eten graag kleine meisjes,” antwoordde de wolf. Ineens klonk er een zware stem: “Zeg, wolf, weet je wat beren graag doen ?” Toen kwam een grote, dikke beer te voorschijn. Hij had een stevige knuppel bij zich. “Dag meneer de beer!” groette Roodkapje blij. De wolf maakte vlug dat hij weg kwam. Hij zag groen van angst. “Hola, wacht eens even !” riep de beer. Maar de wolf was weg en bleef weg. Roodkapje wist nu zeker dat de wolf boze plannen had. De beer had haar gered. Ze zei: “Dank u wel, meneer de beer.” Toen gaf ze hem een fijne koek uit haar mandje.
Wat deed de wolf intussen? Hij was nog steeds van plan om Roodkapje op te eten. Hij holde naar het huis van Grootmoeder. Hij tikte met zijn voorpoot op de deur. "Wie is daar ?" klonk binnen een stem. "Roodkapje!" piepte de wolf. Maar het ging niet helemaal zoals hij had gedacht. Grootmoeder zag de wolf. ze schrok heel erg en vergat de deur op slot te doen. Ze zocht een schuilplaats onder in de grote klok. Haar mutsje viel op de grond. De wolf deed de deur open. Hij zocht Grootmoeder in het huis. Hij vond haar niet. Hij dacht: "Ze is gevlucht. Nu kan ik hier wachten. Als Roodkapje komt, dan eet ik haar op.” De wolf begon akelig te lachen. Hij genoot nu al van het lekkere hapje dat zijn neus niet voorbij zou gaan. Hij dacht ook met woede aan die grote, domme beer. Terwijl hij zo nadacht, zag hij iets op de grond liggen. Het was het mutsje van Grootmoeder. Dat bracht hem op een idee. De wolf raapte het op en zette het op zijn kop. Toen ging hij naar de slaapkamer. Hij klom in het bed en ging onder de dekens liggen. Je kon alleen zijn voorpoten en zijn ogen zien. En het mutsje ook natuurlijk.
Daar hoorde de wolf Roodkapje aan de deur. De wolf riep: “Kom maar binnen, Roodkapje! Ik lig al op je te wachten !” Roodkapje deed de deur open. Ze liep ineens door naar de donkere slaapkamer. “Hoe gaat het, Grootmoeder ?” vroeg ze. “Oooh, wat ben ik toch ziek !” was het antwoord. "Wat klinkt uw stem raar," zei Roodkapje. “Ik ben erg verkouden," kuchte de wolf. "Wat zijn uw ogen groot en rood," zei het kind. "Dat is van de koorts," steunde de wolf. "Wat zijn uw oren groot!" riep Roodkapje uit. "Dat is om je beter te horen,” zei de wolf. "Wat zijn uw handen groot,” klonk het toen. "Dat is om je stevig beet te pakken". Terwijl de wolf dit zei, gleed het deken wat weg. "Wat hebt u een grote mond!" zei Roodkapje. “Daarmee ga ik jou opeten!” brulde de wolf toen. Hij gooide de dekens van zich af en sprong uit bed.
Roodkapje schrok erg. Ze liet haar mandje vallen en holde weg naar buiten. De wolf was veel vlugger, maar hij struikelde over de pot met jam. Die was uit de mand op de grond gevallen. Vlug stond de wolf weer op. Hij ging achter Roodkapje aan. Roodkapje zag haar vriend de beer aan de deur staan. Hij had zijn knuppel bij zich. “Help, help!” riep Roodkapje. Ze holde naar buiten met de wolf achter zich aan. “Ik dacht het wel,” zei de beer en hij greep de wolf in zijn nekvel. Roodkapje ging toen weer naar binnen. Ze zocht Grootmoeder. Die kwam uit de klok. Wat waren Roodkapje en Grootmoeder blij! “Moeder zei dat u ziek was,” zei Roodkapje. “Maar u bent niet ziek, zie ik.” “Ik was ziek, maar nu ik jou levend en wel voor me zie, ben ik weer beter,” zei Grootmoeder.
Toen zei ze: “Wat hoor ik buiten ?” “Ik denk dat ik het weet. Laten we maar gaan kijken,” vond Roodkapje. Ze zagen de wolf dol van angst rondrennen. De beer sloeg er flink op los. Hij zei: “Weet je wat beren graag doen? Boze wolven slaan!”

Onderwerp

ATU 0333 - Little Red Riding Hood    ATU 0333 - Little Red Riding Hood   

AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)    AT 0333 - The Glutton (Red Riding Hood)   

Beschrijving

Moeder waarschuwt Roodkapje om onderweg naar grootmoeder niet het bos in te gaan en op te passen voor de wolf. Roodkapje gelooft niet dat de wolf slecht is, ze gaat in het bos bloemen plukken, en ontmoet de wolf, die boos wordt als ze hem vraagt mee te helpen. De wolf antwoordt dat hij graag meisjes opeet, waarop een beer die dit heeft gehoord, opduikt. De wolf verdwijnt, gaat naar grootmoeders huis, tikt aan de deur, doet Roodkapje na, grootmoeder verstopt zich in de klok, de wolf gaat in bed liggen. Roodkapje merkt op dat grootmoeder grote oren, ogen handen en tanden heeft, maar voordat de wolf haar kan opeten, holt Roodkapje weg. Nadat de wolf over het mandje is gestruikeld wil hij weer achter Roodkapje aan, maar wordt tegengehouden door de beer, die hem met zijn knuppel slaat.

Bron

Walt Disney. Roodkapje. [Aartselaar etc.]: Deltas, 1987
KB: 4003594
Collectie Roodkapje/Karsdorp

Motief

K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.    K2011 - Wolf poses as ”grandmother“ and kills child.   

J21.5 - ”Do not leave the highway“:    J21.5 - ”Do not leave the highway“:   

Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.    Z18.1 - What makes your ears so big?--To hear the better, my child, etc.   

B211.2.4 - Speaking wolf.    B211.2.4 - Speaking wolf.   

Naam Overig in Tekst

Roodkapje    Roodkapje   

Datum Invoer

2019-06-19